Einde inhoudsopgave
Wet bescherming klokkenluiders
Artikel 10 [Schakelbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
14-04-2016, Stb. 2016, 148 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 34105)
14-04-2016, Stb. 2016, 147 (uitgifte: 22-04-2016, kamerstukken: 33258)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-2016, Stb. 2016, 196 (uitgifte: 27-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-04-2016, Stb. 2016, 196 (uitgifte: 27-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet (14-04-2016, Stb. 147).
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Ambtenarenrecht / Algemeen
1.
De artikelen 9:30 tot en met 9:34 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op het onderzoek door de afdeling onderzoek, met dien verstande dat voor ‘bestuursorgaan’ telkens gelezen wordt ‘werkgever’ en voor ‘de ombudsman’ telkens wordt gelezen: de afdeling onderzoek. Indien de werkgever vertegenwoordigd wordt door een meerhoofdig orgaan, wordt onder ‘college’ verstaan: dat meerhoofdige orgaan.
2.
In afwijking van artikel 9:31, vierde lid, van de Algemene wet Bestuursrecht kunnen de ingevolge artikel 9:31, eerste lid, opgeroepen personen onderscheidenlijk degenen die ingevolge artikel 9:31, derde lid, verplicht zijn stukken over te leggen, het geven van inlichtingen onderscheidenlijk het overleggen van stukken weigeren indien het inlichtingen en bescheiden betreft waarvan het verstrekken in strijd is met het belang van de nationale veiligheid, dan wel een schending van een ambtsgeheim of wettelijk voorschrift met zich meebrengt. Voorts geldt deze verplichting niet, indien een persoon daardoor of zichzelf of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in de tweede of de derde graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeling ter zake van een misdrijf zou blootstellen.
3.
Tijdens het onderzoek kan de afdeling onderzoek bevelen dat personen die, hoewel wettelijk opgeroepen, niet zijn verschenen, door de openbare macht voor hem worden gebracht om aan hun verplichtingen te voldoen.
4.
Onze Minister die het aangaat kan tijdens het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, aan de afdeling onderzoek het betreden van bepaalde plaatsen verbieden, indien dit naar zijn oordeel de veiligheid van de staat zou schaden.