NJ 2009, 214
Salduz tegen Turkije
EHRM 27-11-2008, ECLI:NL:XX:2008:BH0402 (Salduz)
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
27 november 2008
- Magistraten
Nicolas Bratza, Christos Rozakis, Josep Casadevall, Rıza Türmen, Rait Maruste, Vladimiro Zagrebelsky, Stanislav Pavlovschi, Alvina Gyulumyan, Ljiljana Mijović, Dean Spielmann, Renate Jaeger, David Thór Björgvinsson, Ján Šikuta, Ineta Ziemele, Mark Villiger, Luis López Guerra, Mirjana Lazarova Trajkovska
- Zaaknummer
36391/02
- LJN
BH0402
- Roepnaam
Salduz
- JCDI
JCDI:ADS154668:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2008:BH0402, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 27‑11‑2008
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3 sub c jo 6 lid 1
Essentie
Bekennende verklaring tijdens eerste politieverhoor. Geen toegang tot een advocaat. Schending art. 6 lid 3 sub c jo 6 lid 1 EVRM.
Samenvatting
Verzoeker wordt in verzekering gesteld door de antiterrorismepolitie. Het eerste verhoor vindt plaats buiten aanwezigheid van een raadsman. Verzoeker legt een bekentenis af. Bij zijn voorgeleiding aan de officier van justitie en later ten overstaan van de rechter-commissaris trekt hij deze bekentenis in. Pas na inbewaringstelling heeft verzoeker contact met een advocaat. De staatsveiligheidsrechtbank houdt de verdachte aan zijn bekentenis, overwegende dat die steun vindt in andere bewijsmiddelen, en komt tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.