AB 2021/39
Prejudiciële vragen. Handhaving bij niet-naleving bestuursrechtelijke verplichtingen in faillissement. Kwalificatie en rangorde van vorderingen.
Rb. Rotterdam 23-09-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:8544, m.nt. C.N.J. Kortmann en A.M. Zwanenburg
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
23 september 2020
- Magistraten
Mr. P. Volker
- Zaaknummer
C/10/578643 / HA ZA 19-673
- Noot
C.N.J. Kortmann en A.M. Zwanenburg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS251096:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2020:8544, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 23‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
De Rechtbank Rotterdam stelt prejudiciële vragen over de kwalificatie en rangorde van schulden aan overheden die voortvloeien uit de handhaving bij het niet-naleven van milieuverplichtingen in faillissement.
Samenvatting
In mei 2014 heeft de Gemeente geconstateerd dat RTC [de Ridderkerkse Taxi Centrale] geen verplichte vloeistofdichte coating had aangebracht ter plaatse van de wasstraat op het terrein. Op 25 november 2014 is RTC in staat van faillissement verklaard. DCMR heeft de Curator meerdere malen verzocht om (i) nader onderzoek te laten doen naar de bodemverontreiniging en (ii) een plan van aanpak voor de verwijdering van de verontreiniging te sturen. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.