Einde inhoudsopgave
Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek
Artikel 10a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
23-08-2016, Stb. 2016, 329 (uitgifte: 14-09-2016, kamerstukken: 34314)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2016, Stb. 2016, 533 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien op basis van de aanwijzing, bedoeld in artikel 5, derde lid, in een aangewezen complex, straat of gebied een onderzoek op basis van politiegegevens wordt verlangd, bepaalt de gemeenteraad in de huisvestingsverordening op basis van de aard van de problematiek in een aangewezen complex, straat of gebied welke van de in het tweede lid genoemde politiegegevens betrokken mogen worden bij dat onderzoek.
2.
Bij een onderzoek als bedoeld in het eerste lid kan uitsluitend rekening worden gehouden met de volgende gedragingen uit de politiegegevens:
- a.
het veroorzaken van overlast die hinderlijk of schadelijk is voor personen of een gevaar oplevert voor de veiligheid of gezondheid van personen door:
- 1°
geluid of trillingen;
- 2°
het plaatsen, werpen of hebben van stoffen of voorwerpen;
- 3°
het verrichten van handelingen waardoor op voor de omgeving hinderlijke of schadelijke wijze rook, roet, walm, stof, stank of irriterend materiaal wordt verspreid;
- 4°
vervuiling, verontreiniging of schadelijk of hinderlijk gedierte in de woning of de directe omgeving ervan;
- b.
onrechtmatig gebruik van een woning;
- c.
gebruik van beledigende of discriminerende taal of uitingen jegens of intimidatie van omwonenden of bezoekers;
- d.
gewelddadigheden of openlijke geweldpleging tegen, dan wel bedreiging of mishandeling van omwonenden of bezoekers;
- e.
activiteiten die strafbaar zijn gesteld op grond van de Opiumwet in of in de omgeving van de woning;
- f.
openbare dronkenschap in de omgeving van de woning;
- g.
het plegen van vermogensdelicten met een directe relatie tot de woonomgeving;
- h.
brandstichting, vernieling en vandalisme in de omgeving van de woning;
- i.
radicaliserende, extremistische of terroristische gedragingen die strafbaar zijn gesteld op grond van het Wetboek van Strafrecht.