GHvJ, 09-02-2021, nr. AUA2020H00046
ECLI:NL:OGHACMB:2021:213
- Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Datum
09-02-2021
- Zaaknummer
AUA2020H00046
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:OGHACMB:2021:213, Uitspraak, Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 09‑02‑2021; (Hoger beroep)
Uitspraak 09‑02‑2021
Inhoudsindicatie
arbeidszaak - ontslag op staande voet – meenemen naar huis van gevonden voorwerp. formele relatie: AUA201903408
Partij(en)
BURGERLIJKE ZAKEN OVER 2021 BESCHIKKING NO.
UITSPRAAK: 9 februari 2021
ZAAKNR: AUA201903408 – AUA2020H00046
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DIVI PHOENIX N.V. h.o.d.n. Divi Phoenix,
gevestigd te Aruba,
in eerste aanleg verweerster, thans appellante,
gemachtigde: mr. M.E.D. Brown,
-tegen-
[GEȈNTIMEERDE],
wonende in Aruba,
in eerste aanleg verzoekster, thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. D.G. Kock.
Partijen zullen hierna (ook) worden aangeduid met Divi en [Geïntimeerde].
1. Het verloop van de procedure
1.1
Verwezen wordt naar de op 3 maart 2020 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba (hierna: het Gerecht). De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.
1.2
Divi is van die beschikking (hierna: de bestreden beschikking) in hoger beroep gekomen door indiening op 14 april 2020 per fax en op 15 april 2020 ter griffie van een beroepschrift.
1.3
Op 3 december 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, per videoconference. Het Hof bevond zich in het gerechtsgebouw in Curaçao. In het gerechtsgebouw in Aruba zijn namens Divi verschenen [Naam 1], HR-manager, en [Naam 2], general manager, bijgestaan door mr. A.E. Barrios, occuperend voor haar gemachtigde. Ook is aldaar verschenen [Geïntimeerde], bijgestaan door haar gemachtigde. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunten nader doen toelichten door hun gemachtigden, aan de hand van per e-mail overgelegde pleitaantekeningen, en zijn vragen van het Hof beantwoord.
1.4
Uitspraak is bepaald op heden.
2. De gronden van het hoger beroep
Voor de gronden van het hoger beroep wordt verwezen naar het beroepschrift.
3. De beoordeling
3.1
Het Hof gaat uit van de volgende feiten, die als voldoende gemotiveerd gesteld en niet of onvoldoende gemotiveerd betwist, dan wel blijkend uit overgelegde producties, vast staan.
A. Divi exploiteert op Aruba een resort. Op 3 april 2013 is [Geïntimeerde] in dienst getreden van Divi in de functie van executive housekeeper. In attachment A van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst (verweerschrift in eerste aanleg, productie 1) zijn de taken beschreven die tot de functie van [Geïntimeerde] behoren. Onder meer behoort daartoe het beheren van verloren en gevonden voorwerpen (“Lost and Found”).
B. Op pagina 23 van het “Rules & Regulations Employee Handbook” van Divi staat onder meer het volgende vermeld:
STANDARDS OF CONDUCT
We feel it is important that you understand the standards and conditions of employment, so you can concentrate on doing your job to the best of your abilities.
The following is a list of conduct that could result in disciplinary action or termination:
(…)
3) THEFT (unauthorized removal) or misappropriation (unauthorized storage, transfer or use) of guest, employee, or resort property including items found on resort premises. All articles found on resort premises must be given to your Supervisor immediately. Any unauthorized property found in an employee’s locker will be considered theft.
C. Indien medewerkers van Divi een verloren voorwerp op het resort vinden, dan dienen zij dit in te leveren bij [Geïntimeerde] dan wel – tijdens haar afwezigheid – bij een van haar twee vervangers. De afgegeven voorwerpen worden ingeschreven in een logboek.
D. In november 2017 heeft de gast [Naam 3] (hierna te noemen: [Naam 3]) een iPad (hierna: de iPad) als vermist opgegeven. [Naam 3] ging ervan uit dat de iPad was gestolen. Naar aanleiding van die vermissing is door het management van Divi een onderzoek ingesteld. Uit het gebruik van technische hulpmiddelen bleek dat de iPad op het resort van Divi aanwezig was. De security officer die de vermissing onderzocht, heeft navraag gedaan bij [Geïntimeerde] die op haar beurt bij de schoonmaakster van de kamer van [Naam 3] navraag heeft gedaan of zij de iPad had gezien. Het onderzoek heeft niet geleid tot de vondst van de iPad en teruggave aan [Naam 3]. Op achterkant van de iPad is de naam en de woonplaats van [Naam 3] ingegraveerd (verweerschrift in eerste aanleg, productie 6).
E. [Naam 3] was een vaste, al meer dan twintig jaar jaarlijks terugkerende gast van Divi. Van de vermissing is melding gemaakt in het account van [Naam 3] in het computersysteem van Divi, waartoe [Geïntimeerde] toegang heeft. In het computersyteem is vermeld dat [Naam 3] had opgegeven dat haar iPad was gestolen (verweerschrift in eerste aanleg, productie 14).
F. Op 25 augustus 2018 is in het logboek een iPad als gevonden geregistreerd.
G. Op 1 juli 2019 heeft de zoon van [Geïntimeerde] (hierna ook te noemen: de zoon) een e-mail verzonden aan [Naam 3] met de tekst:
“Hi,
I’ve recently found a lost Ipad belonging to an [Naam 3]. Might this be you?”
Dat leidt tot een e-mailcorrespondentie tussen de zoon en [Naam 3] (verzoekschrift in eerste aanleg, productie 4; verweerschrift in eerste aanleg, productie 15). Hieruit blijkt onder meer dat [Naam 3] op 2 juli 2019 antwoordt:
“Yes”.
Dezelfde dag bericht de zoon in een e-mail:
“OK, I have no way of sending this to you as I think you have lost it on vacation. Could you tell me where you lost it? Just so I know that it really belongs to you. We tried calling the number that the Ipad gave us several times but we got no answer.”
Daarop antwoordt [Naam 3]:
“Was on vacation staying at Aruba Phoenix. Someone came into my room and took it. The same day my sister and nephew died back home.”
En in een latere e-mail schrijft [Naam 3]:
“If you are playing games here, WATCH OUT. If you are sincere you can take this to the Aruba Phoenix and give it only to Pearl or Mr. Griffin the managers as they are very aware of this situation.”
H. Diezelfde dan wel de volgende avond heeft [Geïntimeerde] aan Divi medegedeeld dat haar zoon de eigenaresse van de iPad had opgespoord en dat hij e-mailcontact had gelegd met [Naam 3].
I. Op 4 juli 2019 heeft er een bespreking plaatsgevonden tussen enerzijds de General Manager, de Rooms Division Manager en de HR-director en anderzijds [Geïntimeerde] omtrent de iPad (verweerschrift, producties 19 en 20). Daarin verklaart [Geïntimeerde] onder meer, en kort weergegeven, dat zij de iPad heeft gevonden in haar lade, dat zij in het logboek geen info vond over de iPad, dat zij drie keer zonder succes het telefoonnummer heeft gebeld dat op het beginscherm van de iPad stond vermeld en dat zij haar zoon heeft gevraagd of hij op de iPad kon zien wie de eigenaar was. Daarna verklaart zij:
“The lost and found had no name. And if it doesn’t have a name we give it to whoever. My son is going to the university and I thought it would be a nice present for him and I still wanna make sure that this does not belong to anybody. (…)”
J. Bij brief van 9 juli 2019 is [Geïntimeerde] op staande voet ontslagen (verzoekschrift, productie 2). In de brief legt Divi aan dat ontslag het volgende ten grondslag:
“Based on your statements of July 4, 2019 regarding an iPad in the Resort’s lost and found inventory, you removed property from the Resort that did not belong to you. By these actions you have violated the Company’s Lost and Found Procedure as well as Standard of Conduct #3 as stated in the Employee Handbook:
… (unauthorized removal) or misappropriation (unauthorized storage, transfer or use) of guest, employee, or resort property including items found on resort premises.
When we discussed this matter with you on July 4, 2019, you admitted you took the iPad home for your son. (…)
Given the nature of this offence, along with the ramifications related to the level of trust required for your position, you are being terminated for urgent reason as of today (…)”
3.2
Het Gerecht heeft bij de bestreden beschikking op verzoek van [Geïntimeerde] – samengevat – het ontslag nietig verklaard en Divi veroordeeld tot wedertewerkstelling, op straffe van verbeurte een dwangsom, en loondoorbetaling, vermeerderd met de (gematigde) wettelijke verhoging. Daartegen richt zich het hoger beroep.
3.3
Een aantal klachten zijn gericht tegen de feitenvaststellingen van het Gerecht in rov. 2.1 tot en met 2.4 en 2.8 van de bestreden beschikking. Bij die klachten bestaat thans geen belang meer nu het Hof zelf, met inachtneming van deze klachten, de feiten in deze procedure in hoger beroep heeft vastgesteld.
3.4
Voor het overige slaagt het appel. De aan het ontslag ten grondslag gelegde reden (zie de feiten onder 3.1.J) is vast komen te staan en deze kan het gegeven ontslag op staande voet dragen. Dat [Geïntimeerde] bij het meenemen van de iPad van het resort niet de intentie had zich deze toe te eigenen, doet niet ter zake, net zo min als het feit dat middels de inspanningen van de zoon van [Geïntimeerde] de iPad uiteindelijk weer bij de eigenaresse is terecht gekomen. Het employee handbook is er duidelijk in dat zo’n gedraging als een ernstige overtreding van de regels wordt beschouwd die is bedreigd met ontslag. Zulks geldt te meer in de vertrouwensfunctie die [Geïntimeerde] bekleedde als executive housekeeper, onder meer belast met het beheer van verloren en gevonden voorwerpen, zoals ook in de ontslagbrief tot uitdrukking is gebracht.
3.5
Het beleid van Divi dat een gevonden voorwerp dat na zes maanden niet is geclaimd dan wel waarvan binnen die periode de eigenaar niet is achterhaald, aan de vinder kan worden meegegeven, kan [Geïntimeerde] niet baten. Zij was immers de vinder niet.
3.6
De vraag of de op 28 augustus 2018 gevonden en ingelogde iPad de iPad van [Naam 3] was, behoeft niet beantwoord te worden. De hoofdreden van het ontslag is het meenemen uit het resort van een iPad die [Geïntimeerde] niet toehoorde en waarvan zij ook niet de vinder was. Of de iPad nu vanaf november 2017 ongeregistreerd dan wel vanaf 25 augustus 2018 wel geregistreerd in de bureaulade van [Geïntimeerde] had gelegen, is van ondergeschikt belang. Het al dan niet inschrijven in het logboek valt in het niet bij het vaststaande verwijt van het meenemen uit het resort van een iPad waarvan [Geïntimeerde] noch de eigenaar noch de vinder was, hetgeen gezien moet worden tegen de achtergrond van het tussen partijen vaststaande feit dat enig nader onderzoek aan de iPad en/of in het computersysteem van Divi tot het achterhalen van de eigenaar had geleid.
3.7
De slotsom luidt dat de bestreden beschikking zal worden vernietigd en dat de verzoeken van [Geïntimeerde] alsnog zullen worden afgewezen. [Geïntimeerde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van Divi in eerste aanleg en in hoger beroep.
BESLISSING:
Het Hof:
vernietigt de bestreden beschikking en doet opnieuw recht als volgt:
wijst de verzoeken van [Geïntimeerde] af;
veroordeelt [Geïntimeerde] in de proceskosten van Divi, tot op heden begroot op:
eerste aanleg: Afl 2.500,- (2x tarief 5) aan gemachtigdensalaris;
hoger beroep: Afl. 900,- aan griffierecht en Afl. 4.000,- (2 x tarief 5) aan gemachtigdensalaris.
Aldus gegeven door mrs. E.M. van der Bunt, Th.G. Lautenbach en O. Nijhuis, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Aruba op 9 februari 2021 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.