FED 2014/79
De Hoge Raad formuleert nadere toepassingsvoorwaarden voor art. 15e Wet VPB 1969 (nu art. 12a Wet VPB 1969)
HR 23-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1187, m.nt. R. Russo
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2014
- Magistraten
Overgaauw, Lourens, Bavinck, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/00215
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
R. Russo
- JCDI
JCDI:ADS273723:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1187, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑02‑2013
- Wetingang
Art. 15e (oud) Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad formuleert nadere toepassingsvoorwaarden voor art. 15e Wet VPB 1969 (nu art. 12a Wet VPB 1969)
Uitspraak
Het geschil betreft de aanslag vennootschapsbelasting 2004.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN DE STAATSSECRETARIS OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1.
Belanghebbende heeft ultimo 2003 een herinvesteringsreserve gevormd ten bedrage van € 1.432.449.
3.1.2.
Op 20 december 2004, om 16.50 uur, hebben belanghebbende en [N] B.V. een koopovereenkomst getekend waarbij belanghebbende appartementsrechten heeft gekocht voor een bedrag van € 3.715.275. In artikel 11 van de koopovereenkomst is bepaald dat het verkochte tot het tijdstip ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.