Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek BES Boek 1
Artikel 410
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Burgerlijk Wetboek Boek 1, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 494 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Voor zover de rechter in eerste aanleg niet anders bepaalt, vinden op het bewind van de bewindvoerder de artikelen 338, 339, 340, 342 tot en met 357, 358, eerste lid, en 359 tot en met 363 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bewindvoerder verplicht is jaarlijks ter griffie een rekening in te dienen van zijn bewind.
2.
De bewindvoerder komt als beloning toe 5% van de netto-opbrengst der door hem beheerde goederen, tenzij de rechter daarvoor om bijzondere redenen een ander bedrag vaststelt.
3.
Goedkeuring van een ingediende rekening door de rechter brengt geen nadeel toe aan de bevoegdheid van de rechthebbenden om na het einde van het bewind over dezelfde tijdruimte rekening en verantwoording te vragen, voor zover dit niet onredelijk is.
4.
De bewindvoerder kan ook voor andere dan vermogensbelangen van de afwezige opkomen, behoudens voor zover de rechter zulks heeft uitgesloten.
5.
De rechter kan te allen tijde de bewindvoerder ontslaan en door een ander vervangen.