RF 2022/73
Was de intrekking van de vergunning van de beheerder van een beleggingsinstelling door de AFM rechtmatig?
Rb. Rotterdam 30-06-2022, ECLI:NL:RBROT:2022:5130
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
30 juni 2022
- Magistraten
Mr. P. Vrolijk, A.J. van Spengen, A. Douwes
- Zaaknummer
ROT 20/3445
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS668625:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2022:5130, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 30‑06‑2022
- Wetingang
Art. 1:104, 4:14, 4:37p Wft; art. 33a, 115q BGfo
Essentie
Intrekking vergunning. Beleggingsinstelling. Beheerste en integere bedrijfsvoering.
Dient de bestuursrechter de beoordeling van de deskundigheid en betrouwbaarheid van de beleidsbepaler van een instelling door de AFM te toetsen, indien zij reeds heeft vastgesteld dat de vergunning kon worden ingetrokken?
Dient de AFM te wachten met het intrekken van een vergunning in het geval van een vrijwillig afwikkeltraject?
Samenvatting
X beschikt over een vergunning voor het aanbieden van rechten van deelneming in en het beheren van beleggingsinstellingen (art. 2:65 Wft). Nadat de AFM in het verleden meerdere onderzoeken heeft uitgevoerd en diverse (informele) handhavingsmaatregelen heeft genomen, start ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.