HR, 25-10-2013, nr. 11/04651
ECLI:NL:HR:2013:1032
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25-10-2013
- Zaaknummer
11/04651
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:1032, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑10‑2013; (Cassatie)
- Vindplaatsen
Uitspraak 25‑10‑2013
Inhoudsindicatie
Cassatie. Herstelarrest; verbetering van HR 25 januari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY3126.
Partij(en)
25 oktober 2013
Eerste kamer
11/04651
AS
Hoge Raad der Nederlanden
Herstelarrest
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie, verweerder in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. E.H. van Staden ten Brink,
t e g e n
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het incidentele cassatieberoep,
advocaat: mr. J.C. Meijroos,
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.
1. Het arrest in dit geding
1.1
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 25 januari 2013 een arrest uitgesproken. Bij brief van 7 oktober heeft de advocaat van de man de Hoge Raad verzocht het dictum van het arrest van 25 januari 2013 op de voet van art. 31 Rv te herstellen. Het dictum luidt:
”6. Beslissing:
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
vernietigt het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 31 augustus 2010;
verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
in het principale en in het incidentele beroep:
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.”
De man heeft verzocht het arrest aldus te verbeteren, dat in het principale beroep niet het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 31 augustus 2010 wordt vernietigd, maar het arrest van dat hof van 21 juni 2011.
De advocaat van de vrouw heeft bij brief van 17 oktober 2013 op voornoemd verzoek gereageerd.
De Procureur-Generaal is in de gelegenheid gesteld aanvullend te concluderen, maar heeft daarvan afgezien.
1.2
De Hoge Raad stelt vast dat in het arrest sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. De Hoge Raad zal de fout op de voet van art. 31 Rv verbeteren.
1.3
Het dictum dient als volgt te worden gelezen:
“6. Beslissing:
De Hoge Raad:
in het principale beroep:
vernietigt het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 21 juni 2011;
verwijst het geding naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing;
in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
in het principale en in het incidentele beroep:
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.”
2. Beslissing
De Hoge Raad:
verbetert het dictum van het op 25 januari 2013 in deze zaak uitgesproken arrest op de wijze als hiervoor in 1.3 vermeld;
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren M.A. Loth, C.E. Drion, G. Snijders en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 25 oktober 2013.