RvdW 2015/286
Falende bewijsklachten wegens onvoldoende belang.
HR 03-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:202
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/05507
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2754, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2014
Essentie
Falende bewijsklachten wegens onvoldoende belang.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 16 oktober 2013, nummer 21/003834-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
Verdachte is bij arrest van 16 oktober 2013 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens ‘diefstal’ veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken en een taakstraf van 60 uren.
Mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, heeft namens verdachte één middel van cassatie voorgesteld.
Het middel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.