Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/168
Wvggz. Zorgmachtiging (art. 6:4 Wvggz); vorm van verplichte zorg ('insluiten') opgenomen in zorgmachtiging zonder verzoek daartoe van officier van justitie.
HR 29-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:158
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 januari 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02874
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:158, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑09‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Art. 6:4 lid 2 Wvggz bepaalt dat indien de rechter van oordeel is dat aan de criteria voor verplichte zorg is voldaan maar met de in het zorgplan of de medische verklaring opgenomen zorg het ernstig nadeel niet kan worden weggenomen, hij in de zorgmachtiging in afwijking van het zorgplan andere verplichte zorg of doelen van verplichte zorg kan opnemen, alsmede in de zorgmachtiging kan bepalen dat een ander zorgplan moet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.