RvdW 2022/192
Art. 81 lid 1 RO. Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid. Onbehoorlijke taakvervulling. Onrechtmatige dividenduitkeringen.
HR 04-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:117
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 februari 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01905
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:117, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:739, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑08‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid. Onbehoorlijke taakvervulling. Onrechtmatige dividenduitkeringen.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01905
Datum 4 februari 2022
ARREST
In de zaak van
1. HARLINGEN HOLDINGS INDUSTRIES B.V., gevestigd te Sneek,
2. [eiser 2], wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3], wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: HHI c.s.,
advocaat: B.I. Kraaipoel,
tegen
Dominicus Cornelis POIESZ, in zijn hoedanigheid van curator in het
faillissement van WELSEC SCHILDERS- EN CLASSIFICEERBEDRIJF B.V., kantoorhoudende te Sneek,
verweerder in cassatie,
hierna: de curator,
niet verschenen.