NJ 2014/518
Aannemen van valse hoedanigheid tijdens verkoop via internet.
HR 11-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3144, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 november 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/05721
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS127964:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3144, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1965, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2014
- Wetingang
Art. 326 Sr
Essentie
De enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, levert nog niet het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van art. 326 Sr op. De gedragingen van de verdachte in de onderhavige zaak omvatten meer dan het enkele zich voordoen als zo een bonafide verkoper, nu die gedragingen ook inhouden dat de verdachte telkens opzettelijk ‘foutieve namen en verschillende e-mailadressen’ hanteerde met het doel de mogelijkheden van de gedupeerde kopers tot verhaal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.