Rb. Overijssel, 24-01-2020, nr. 08.254235.19, 08.244936.19, 08.229733.19, 08.041704.19 (gevoegd 08.252574.18) en 08.056590.18 (TUL)
ECLI:NL:RBOVE:2020:279
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
24-01-2020
- Zaaknummer
08.254235.19, 08.244936.19, 08.229733.19, 08.041704.19 (gevoegd 08.252574.18) en 08.056590.18 (TUL)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2020:279, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 24‑01‑2020; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 24‑01‑2020
Inhoudsindicatie
De rechtbank Overijssel veroordeelt een 43-jarige man tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar voor het plegen van 5 diefstallen, identiteitsfraude en het bezit van verboden middelen. Naast de gevangenisstraf moet hij de slachtoffer een schadevergoeding betalen van in totaal ruim 2500 euro en moet hij zich als bijzondere voorwaarde onder andere ambulant laten behandelen.
Partij(en)
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.254235.19, 08.244936.19, 08.229733.19, 08.041704.19 (gevoegd 08.252574.18) en 08.056590.18 (TUL).
Datum vonnis: 24 januari 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1977 in [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 17 mei 2019, 19 juli 2019, 16 december 2019 en 10 januari 2019.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. Koreman en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J. Ruarus, advocaat te Borne, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
met betrekking tot parketnummer 08.254235.19:
feit 1: een motor door middel van braak heeft gestolen;
feit 2: opzet- dan wel schuldheling van een kentekenplaat ;
feit 3: het aanwezig hebben van amfetamine en GHB;
met betrekking tot parketnummer 08.244936.19:
feit 1: een caravan door middel van braak heeft gestolen;
feit 2: een motor door middel van braak heeft gestolen;
met betrekking tot parketnummer 08.229733.19:
feit 1: identificerende persoonsgegevens van een ander heeft gebruikt;
en met betrekking tot parketnummer 08.041704.19 (gevoegd 08.252574-18):
een rugtas en een doppenset heeft gestolen.
Daarnaast zijn er 10 feiten ad informandum aan de dagvaarding met parketnummer 08.244936.19 toegevoegd inhoudende – kort samengevat – diverse vermogensdelicten, overtredingen van de Opiumwet, de Wet Wapens en Munitie en de Wegenverkeerswet 1994.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
met betrekking tot parketnummer 08.254235.19:
1
hij in of omstreeks de periode van 6 oktober 2019 tot en met 7 oktober 2019 te Almelo,
een motor (van het merk Kawasaki, voorzien van het kenteken [kenteken 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Kloosterhaar, gemeente Hardenberg,
een goed te weten een kentekenplaat ( [kenteken 2] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3
hij op of omstreeks 21 oktober 2019 te Kloosterhaar, gemeente Hardenberg
opzettelijk aanwezig heeft gehad:
- ongeveer 3 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende amfetamine, zijnde amfetamine en/of
- ongeveer 80 milliliter, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB, zijnde GHB,
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
met betrekking tot parketnummer 08.244936.19:
1
hij in of omstreeks de periode van 23 september 2019 tot en met 24 september 2019 te Almelo, een caravan (Avento voorzien van het kenteken [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2
hij in of omstreeks de periode van 4 oktober 2019 tot en met 6 oktober 2019 te Almelo
een motor (van het merk BMW, type R1100rs, voorzien van kenteken [kenteken 4] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
met betrekking tot parketnummer 08.229733.19:
hij in of omstreeks de periode van 9 februari 2019 tot en met 19 februari 2019 te Hengelo (O) en/of te Almelo opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander te weten op/de naam van en/of het adres van [aangever 4] heeft gebruikt door middels het emailadres [website] een motorbroek bij [winkel 1] te bestellen/af te halen
met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen en/of te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
en met betrekking tot parketnummer 08.041704.19 (gevoegd 08.252574.18):
hij op of omstreeks 19 februari 2019 te Hengelo, althans in de gemeente Hengelo (O)
een rugtas (merk: Brabo), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [winkel 2] (gelegen aan [adres 2] ),
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
en
hij op of omstreeks 4 oktober 2018 te Almelo een zogenoemde doppenset, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [bouwmarkt] , gevestigd op/aan [adres 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen voor alle feiten met uitzondering van feit 2 tenlastegelegd onder parketnummer 08.254235.19 tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd en een proeftijd voor de duur van drie jaren. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht daarop in mindering gebracht.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder het parketnummer 08.254235.19 feit 2 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Verdachte heeft alle feiten, met uitzondering van feit 2 op de dagvaarding met parketnummer 08.254235.19 ten laste gelegde feit, bekend. De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het (overige) onder de parketnummers 08.254235.19, 08.244936.19, 08.229733.19 en 08.041704.19 (gevoegd 08.252574.18) tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
met betrekking tot parketnummer 08.254235.19:
1
hij in de periode van 6 oktober 2019 tot en met 7 oktober 2019 te Almelo,
een motor (van het merk Kawasaki, voorzien van het kenteken [kenteken 1] ), die toebehoorde aan [aangever 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
3
hij op 21 oktober 2019 te Kloosterhaar, gemeente Hardenberg,
opzettelijk aanwezig heeft gehad:
- ongeveer 3 gram amfetamine en
- ongeveer 80 milliliter GHB,
zijnde amfetamine en GHB telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
met betrekking tot parketnummer 08.244936.19:
1
hij in de periode van 23 september 2019 tot en met 24 september 2019 te Almelo, een caravan (Avento voorzien van het kenteken [kenteken 3] ), die toebehoorde aan [aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
2
hij in de periode van 4 oktober 2019 tot en met 6 oktober 2019 te Almelo
een motor (van het merk BMW, type R1100rs, voorzien van kenteken [kenteken 4] ), die toebehoorde aan [aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
met betrekking tot parketnummer 08.229733.19:
hij in de periode van 9 februari 2019 tot en met 19 februari 2019 te Hengelo (O) en te Almelo opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander, te weten de naam van en het adres van [aangever 4] , heeft gebruikt door middels het emailadres [website] een motorbroek bij [winkel 1] te bestellen/af te halen met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor enig nadeel kon ontstaan;
met betrekking tot parketnummer 08.041704.19:
hij op 19 februari 2019 te Hengelo, een rugtas (merk: Brabo), die toebehoorde aan [winkel 2] (gelegen aan [adres 2] ), heeft weggenomen met het oogmerk om zich die rugtas wederrechtelijk toe te eigenen;
met betrekking tot parketnummer 08.252574.18 (gevoegd bij het hiervoor genoemde parketnummer):
hij op 4 oktober 2018 te Almelo, een zogenoemde doppenset, die toebehoorde aan [bouwmarkt] , gevestigd op/aan [adres 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich die wederrechtelijk toe te eigenen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing. De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens alleen gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het in het bijzonder betrekking heeft.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 231b, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 2 juncto 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
met betrekking tot parketnummer 08.254235.19:
feit 1, het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 3, het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
met betrekking tot parketnummer 08.244936.19:
feit 1 en feit 2 telkens het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
met betrekking tot parketnummer 08.229733.19:
feit 1, het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
en met betrekking tot parketnummer 08.041704.19 (en gevoegd 08.252574.18):
telkens het misdrijf: diefstal.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De rechtbank heeft een groot aantal misdrijven bewezen verklaard: vijf diefstallen al dan niet met verbreking, identiteitsfraude en het bezit van verboden middelen. Daarnaast heeft de rechtbank bij de straftoemeting rekening gehouden met voornoemde tien ad informandum gevoegde zaken. In totaal gaat het dus om zeventien strafbare feiten, waarvan het merendeel gepleegd is in de periode van eind september/begin oktober 2019. Hoewel de buit bij de vermogensdelicten vrij gering was, is de materiele schade voor de slachtoffers in veel gevallen aanzienlijk. Daarnaast roept dit soort feiten gevoelens van ergernis en van frustratie op, ook vanwege de praktische nasleep waarmee de slachtoffers geconfronteerd worden. Verdachte heeft zich daar niet om bekommerd en uit eigenbelang en financieel gewin gehandeld. In het voordeel van verdachte spreekt dat hij ter zitting de verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen.
De rechtbank neemt bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als vertrekpunt.
Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 december 2019 blijkt dat verdachte eerder voor soortgelijke vermogensdelicten is veroordeeld. Ten tijde van de onderhavige feiten liep verdachte nog in een proeftijd van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf.
Het reclasseringsrapport van 8 januari 2020 meldt dat er inmiddels sprake is van een delict patroon in vermogensdelicten. Er is sprake van een forse schuldenlast en verdachte stond onder bewindvoering totdat dit traject werd stopgezet in augustus 2019. In september 2019 verloor verdachte zijn baan als spoorwegmonteur. In oktober 2019 is verdachte uit zijn woning gezet vanwege achterstallige huur. Er lijkt sprake te zijn van een gebrekkige impulsbeheersing wat, versterkt door problematisch gebruik van alcohol, softdrugs, speed en GHB, ogenschijnlijk in direct verband met het delictgedrag staat. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf, met als voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling (met een mogelijkheid tot kortdurende klinische opname), begeleid wonen, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole, op te leggen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden met de voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport van 8 januari 2020. De tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering worden gebracht.
8.2
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de
- -
damesfiets, G2094081, Sparta zwart;
- -
grasmaaier, G2090485, Flandria rood;
- -
motorfiets, 2094074, minicrosser met gouden velgen,
aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
9. De schade van benadeelden
9.1
De vordering van de benadeelde partij
[benadeelde] (parketnummer 08.254235.19) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 203,46, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kenteken € 15,00;
- mud guard € 61,16;
- reflector € 12,40;
- richtingaanwijzer € 37,19;
- werkplaats eenheden € 45,00;
- BTW € 32,71;
totaal € 203,46.
[aangever 1] (parketnummer 08.254235.19) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 815,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Kawasaki GRX 600 R 1993 € 750,00;
- hoes € 45,00;
- slot € 20,00;
totaal € 815,00.
[aangever 2] (parketnummer 08.244936.19) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 240,70, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- hangslot op caravankoppeling € 10,00;
- buitenslot caravandeur € 71,70;
- koelbox € 79,00;
- grote hartman tuinstoel € 10,00;
- vier inklapcampingstoeltjes € 30,00;
- vier kussens voor tuinstoelen € 45,00;
totaal € 240,70.
[aangever 3] (parketnummer 08.244936.19) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.232,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- sloten set zonder code kaart € 142,00;
- zijkuip € 577,92;
- tankcover € 210,00;
- knipperlichtglas linksvoor € 11,35;
- knipperlichtglas rechtsvoor € 11,35;
- knipperlicht links achter € 36,78;
- knipperlicht rechts achter € 36,78;
- achterlicht € 50,05;
- verstelbare ruit versteller € 92,09;
- verstelbare ruit support € 114,78;
- topkoffer BMW 33L € 426,92;
- werkplaats per 10 min. a €7,50 € 135,00;
- BTW € 387,45;
Totaal € 2.232,47.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van benadeelde partij [benadeelde] :
De benadeelde partij is niet-ontvankelijk in de vordering nu verdachte van dit feit vrijgesproken wordt.
Ten aanzien van benadeelde partij [aangever 1] :
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bij parketnummer 08.254235.19 onder feit 1 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De opgevoerde schadepost ‘Kawasaki GRX 600 R 1993’ is onvoldoende vast komen te staan, nu de motor door de politie in beslag is genomen en de benadeelde partij die motor kan of had kunnen ophalen. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard.
De opgevoerde schadeposten ‘hoes’ en ‘slot’ zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 65,00, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Ten aanzien van benadeelde partij [aangever 2] :
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08.244936.19, feit 1 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 240,70, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Ten aanzien van benadeelde partij [aangever 3] :
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08.244936.19, feit 2 bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn onvoldoende betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 2.232,47, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
9.3
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
10. De vordering tenuitvoerlegging
Bij onherroepelijk geworden vonnis van 21 juni 2018, gewezen door de politierechter te Almelo, parketnummer 08.056590.18, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren.
De officier van justitie heeft tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf gevorderd.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de officier van justitie moet worden toegewezen. Het is gebleken dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan het plegen van nieuwe strafbare feiten heeft schuldig gemaakt.
11. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.
12. De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.254235.19, feit 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.254235.19 feit 1 en feit 3, het onder parketnummer 08.244936.19, feit 1 en feit 2, het onder parketnummer 08.229733.19en het onder parketnummer 08.041704.19 en (daarbij gevoegd) parketnummer 08.252574.18 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
met betrekking tot parketnummer 08.254235.19:
feit 1, het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
feit 3, het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
met betrekking tot parketnummer 08.244936.19:
feit 1 en feit 2 telkens het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking;
met betrekking tot parketnummer 08.229733.19:
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan;
en met betrekking tot parketnummer 08.041704.19 (en gevoegd 08.252574.18):
telkens het misdrijf: diefstal;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van 5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich meldt binnen vijf dagen na het ingaan van de proeftijd bij Tactus Verslavingsreclassering op het adres Raiffeissenstraat 75 te Enschede en zich blijft melden op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- meewerkt aan diagnostiek en zich ambulant laat behandelen door JusTact of een soortgelijke zorgverlener, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. De reclassering kan een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor detoxificatie en, als de voor een indicatiestelling verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat verdachte zich, voor een duur van maximaal zeven weken of zoveel als de reclassering nodig vindt, opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk voor is voor plaatsing;
- verblijft bij Stichting Zorg & Research of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan detentie en zo lang als de reclassering noodzakelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen , ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
- meewerkt aan de controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle, zo vaak als de reclassering dat nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
schadevergoedingen
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van een bedrag van € 65,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het bij parketnummer 08.254235.19 onder feit 1 bewezenverklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 65,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 1 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever 1], voor een deel van € 750,00 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 2] van een bedrag van € 240,70 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2019;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08.244936.19, feit 1 bewezenverklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 240,70, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 september 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 4 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 3] van een bedrag van € € 2.232,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2019 voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08.244936.19, feit 2 bewezenverklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.232,47, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2019 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat gijzeling voor de duur van 32 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van:
- damesfiets, G2094081, Sparta zwart;
- grasmaaier, G2090485, Flandria rood;
- motorfiets, 2094074, minicrosser met gouden velgen,
aan verdachte;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Almelo van 21 juni 2018 met parketnummer 08.056590.18 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.C.S. Bordenga-Koppes, voorzitter, mr. A.M. Rikken en mr. F.C. Berg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.A.J.H. Muurmans, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2020.
Buiten staat:
mr. C.C.S. Bordenga-Koppes is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.