Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2016
Artikel 50
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2016
- Bronpublicatie:
07-07-2016, Stcrt. 2016, 37730 (uitgifte: 20-07-2016, regelingnummer: WJZ/16098493)
- Inwerkingtreding
01-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2016, Stcrt. 2016, 37730 (uitgifte: 20-07-2016, regelingnummer: WJZ/16098493)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energieopwekking
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare warmte, hernieuwbare elektriciteit of hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte geproduceerd door:
- a.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van allesvergisting, waarbij ten minste de vergister nieuw is;
- b.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting en co-vergisting van dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is;
- c.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van allesvergisting, waarbij ten minste de vergister nieuw is en waarbij het nominaal elektrisch rendement ten minste 20% bedraagt;
- d.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting en co-vergisting van dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is en waarbij het nominaal elektrisch rendement ten minste 20% bedraagt;
- e.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting van meer dan 95% dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is, of
- f.
een productie-installatie waarmee hernieuwbare warmte wordt geproduceerd uitsluitend door middel van vergisting van meer dan 95% dierlijke mest, waarbij ten minste de vergister nieuw is.