NJ 1950/598
Contractuele onderhoudsregeling na echtscheiding. Verzoek van de vrouw tot verhoging der uitkering. Toewijzing tot zeker bedrag over 4 jaren; voorbehoud van intreden van belangrijk minder gunstige economische omstandigheden. Ontvankelijkheid cassatieberoep.
HR 02-06-1950, ECLI:NL:HR:1950:286
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 juni 1950
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits, de Jong
- Zaaknummer
[02061950/NJ_1950-598]
- Conclusie
Jhr. Mr. Dr. Van Asch van Wijck
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS134077:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:286, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑06‑1950
- Wetingang
(BW art. 471; Rv art. 828i.)
Essentie
Contractuele onderhoudsregeling na echtscheiding. Verzoek van de vrouw tot verhoging der uitkering. Toewijzing tot zeker bedrag over 4 jaren; voorbehoud van intreden van belangrijk minder gunstige economische omstandigheden. Ontvankelijkheid cassatieberoep.
Samenvatting
Al is bij het verzoekschrift in cassatie vernietiging van ‘s Hofs beschikking niet uitdrukkelijk gevraagd, toch blijkt daaruit met voldoende duidelijkheid, dat vernietiging wordt verzocht, zodat het verzoek ontvankelijk is.
Het 1e middel faalt, omdat ‘s Hofs bestreden overweging aldus moet worden gelezen, dat het de door den man aangevoerde minder gunstige econ. omstandigheden voor het tegenwoordige niet van die betekenis heeft geacht, dat daaraan bezwaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.