RvdW 2014/854:Verjaring vordering op grond van gevoerd voogdijbewind? Verjaringstermijn art. 1:377 (oud) BW; verjaringstermijn art. 1:377 BW; overgangsrecht; art. 68a en art. 73 Ow NBW. Gronden voor verlenging op voet art. 3:321 lid 1, aanhef en onder b en c, en lid 2 BW? Gronden voor verlenging op voet art. 3:321 lid 1, aanhef en onder f, BW (opzettelijk verborgen houden van een schuld)? Devolutieve werking. Beroep op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?; art. 6 lid 2 BW; maatstaf.