AB 2020/247
Toetsing aan artikel 8 EVRM bij aanvraag tot vaststelling van verblijfsrecht op basis van het EU recht.
Rb. Den Haag 25-02-2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:2352, m.nt. M.A.K. Klaassen
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
25 februari 2020
- Magistraten
Mr. J.G. Nicholson
- Zaaknummer
AWB 19/6364
- Noot
M.A.K. Klaassen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS202669:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBDHA:2020:2352, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 25‑02‑2020
- Wetingang
Essentie
Er kan geen sprake zijn van een afgeleid verblijfsrecht op basis van het EU-burgerschap van een minderjarige broer of zus en hierbij hoeft niet te worden getoetst aan artikel 8 EVRM.
Samenvatting
De rechtbank oordeelt dat het arrest Chavez-Vilchez niet van toepassing is op eiseres. Dit arrest gaat namelijk over de situatie dat een kind, dat zelf een EU-burger is, de EU zou moeten verlaten omdat aan de ouder van wie dat kind afhankelijk is, geen verblijfsrecht wordt toegekend. De situatie van eiseres is hiermee niet te vergelijken. Eiseres is namelijk géén minderjarige EU-burger. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.