Einde inhoudsopgave
Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming
Artikel 7.14 (overmatige blootstelling, een stralingsincident, of een radiologische noodsituatie)
Geldend
Geldend vanaf 06-02-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2017, Stb. 2017, 404 (uitgifte: 07-11-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-02-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2018, Stb. 2018, 7 (uitgifte: 24-01-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Milieurecht / Straling
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Energierecht / Energieopwekking
1.
Indien sprake is of kan zijn van een overmatige blootstelling meldt de ondernemer dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 24 uur, aan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of, indien het inrichtingen betreft waarvoor een vergunning krachtens artikel 15, onder b, van de wet is verleend, de Autoriteit of, indien het mijnbouw betreft, Onze Minister van Economische Zaken.
2.
Indien er sprake is of kan zijn van een overmatige blootstelling, zorgt de ondernemer ervoor dat de effectieve en equivalente doses worden bepaald die door de betrokken werknemer zijn ontvangen.
3.
Indien er sprake is van een stralingsincident, zorgt de ondernemer ervoor dat de effectieve en equivalente doses worden bepaald die door de betrokken werknemer zijn ontvangen.
4.
Indien een werknemer of hulpverlener bij een radiologische noodsituatie aan ioniserende straling kan worden blootgesteld, zorgt de ondernemer, die voor de handeling die de radiologische noodsituatie heeft veroorzaakt verantwoordelijk is, ervoor dat passende individuele monitoring wordt uitgevoerd en dat de effectieve en equivalente doses worden bepaald die door de betrokken werknemer of hulpverlener zijn ontvangen.