Belastingadvies 2018/5.10
Omzetbelasting in dit geval geen boedelschuld
HR 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3149
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 2017
- Zaaknummer
17/03203
- JCDI
JCDI:ADS928287:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Invordering / Verhaalsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3149, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1257, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2017
- Wetingang
Art. 3:251 lid 2 BW; art. 57 Fw; art. 42d Inv. 1990
Essentie
De pandhouder is overgegaan tot executoriale verkoop. De curator heeft ook door zijn medewerking niet gehandeld. Hierdoor is de omzetbelasting, begrepen in de verkoopopbrengst, geen boedelschuld. De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vragen van Rechtbank Amsterdam ontkennend.
Samenvatting
Twee vennootschappen, G&G, houden zich bezig met de verkoop van kleding vanuit verschillende winkels. De Rabobank heeft een pandrecht op de kledingvoorraden van G&G. Op 9 april 2015 sluiten G&G en Rabobank een overeenkomst tot afwijkende verkoop en zij vestigen een pandrecht op geld. Op 14 april 2015 gaan G&G failliet en zij sluiten de winkels, waarin zich kledingvoorraden bevinden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.