V-N Vandaag 2019/830
Premieplicht voor Rijnvarende vanwege Nederlandse exploitant schip
HR 05-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:523
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2019
- Zaaknummer
18/03266
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:523, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Volgens Hof Den Haag is Rijnvarende, X, premieplichtig in Nederland. De zetel van de exploitant van het schip waarop hij werkt is in Nederland gevestigd. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
Belanghebbende, X, woont in Nederland en werkt in het jaar 2012 in loondienst voor een Luxemburgse werkgever. X werkt aan boord van een in Nederland geregistreerd tankschip dat eigendom is van de in Nederland gevestigde Y bv. Voor het schip is in het jaar 2008 een Rijnvaartverklaring afgegeven aan Y bv. Op deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.