Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/731
Oplegging voorwaardelijke ISD-maatregel ontoereikend gemotiveerd.
HR 05-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1012
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02526
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1012, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:503, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2021
- Wetingang
Art. 38m Sr
Essentie
Oplegging voorwaardelijke ISD-maatregel ontoereikend gemotiveerd, nu daar niet uit blijkt dat er ernstig rekening moet worden gehouden met recidive.
Samenvatting
De rechter die de in artikel 38m lid 1 Sr bedoelde ISD-maatregel oplegt, moet er in de motivering van zijn beslissing blijk van geven dat aan alle in die bepaling gestelde voorwaarden is voldaan. Uit de overwegingen van het hof in deze zaak blijkt niet dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan, en dat de veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.