HR, 12-10-2010, nr. 08/05002
ECLI:NL:HR:2010:BN4241
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12-10-2010
- Zaaknummer
08/05002
- Conclusie
Mr. Vellinga
- LJN
BN4241
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BN4241, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BN4241
ECLI:NL:PHR:2010:BN4241, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2010
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BN4241
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑10‑2010
Inhoudsindicatie
Verbeurdverklaring. Het Hof heeft niet vastgesteld of de verbeurdverklaarde auto toebehoorde aan verdachte zelf of aan een ander, in welk laatste geval de voorwaarden, genoemd in art. 33a.2 Sr, een nadere motivering van de oplegging van de straf vergen.
12 oktober 2010
Strafkamer
Nr. 08/05002
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 oktober 2008, nummer 22/001505-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.S. Nan, advocaat te Dordrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest wat betreft de straf van verbeurdverklaring, tot terugwijzing naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel behelst de klacht dat het Hof de verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen auto onvoldoende heeft gemotiveerd.
2.2. Het Hof heeft ten aanzien van de verbeurdverklaring het volgende overwogen:
"Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, zoals dit vermeld is op de in kopie aan dit arrest gehechte lijst van in beslag genomen voorwerpen, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp is met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan. Het hof zal daarom dit voorwerp verbeurdverklaren.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte."
De door het Hof bedoelde lijst met inbeslaggenomen voorwerpen vermeldt een personenauto van het type Ford Escort met kenteken [AA-00-BB].
2.3. De motivering van de bijkomende straf van verbeurdverklaring voldoet niet aan de daaraan te stellen eisen. Het Hof heeft niet vastgesteld of de verbeurdverklaarde auto toebehoorde aan de verdachte zelf of aan een ander, in welk laatste geval de voorwaarden, genoemd in art. 33a, tweede lid, Sr, een nadere motivering van de oplegging van deze straf vergen.
2.4. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 12 oktober 2010.
Conclusie 06‑07‑2010
Mr. Vellinga
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is door het Gerechtshof te 's‑Gravenhage veroordeeld bij arrest van 31 oktober 2008.
2.
Namens verdachte heeft mr. J.S. Nan, advocaat te Dordrecht, één middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat het Hof er aan is voorbijgegaan dat de op de voet van art. 33a lid 1, aanhef en onder c, Sr verbeurdverklaarde auto niet aan de verdachte toebehoorde.
4.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat de inbeslaggenomen auto niet aan hem maar aan zijn vrouw toebehoorde. Tegen deze achtergrond en gelet op het bepaalde in art. 33a lid 2 Sr heeft het Hof de verbeurdverklaring onvoldoende met redenen omkleed.
5.
Het middel slaagt.
6.
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen waarop het bestreden arrest zou dienen te worden vernietigd.
7.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest voor wat betreft de straf van verbeurdverklaring, tot terugwijzing naar het Hof dan wel verwijzing naar een aangrenzend Hof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG