Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake samenwerking bij de bestrijding van sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen over zee en door de lucht in het Caribisch gebied
Artikel 23 Rechtsmacht inzake strafbare feiten
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2008
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gepubliceerd in het Maandbericht van november 2008.
- Bronpublicatie:
10-04-2003, Trb. 2004, 54 (uitgifte: 12-03-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-09-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, Trb. 2010, 253 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Elke Partij neemt de maatregelen die nodig kunnen zijn om haar rechtsmacht te vestigen inzake de feiten die zij in overeenstemming met artikel 3, eerste lid, van het Verdrag van 1988 heeft strafbaar gesteld, wanneer:
- a.
het strafbare feit wordt begaan in wateren die onder haar soevereiniteit vallen of, waar van toepassing, in de aangrenzende zone;
- b.
het strafbare feit wordt begaan aan boord van een vaartuig dat haar vlag voert of van een luchtvaartuig dat ingevolge haar wetten geregistreerd staat op het tijdstip waarop het strafbare feit wordt begaan;
- c.
het strafbare feit wordt begaan aan boord van een vaartuig zonder nationaliteit of dat gelijk wordt gesteld aan een vaartuig zonder nationaliteit uit hoofde van het internationale recht, dat zich zeewaarts van de territoriale zee van een Staat bevindt;
- d.
het strafbare feit wordt begaan aan boord van een vaartuig dat de vlag voert van, of de registratiekenmerken of enige andere indicatie van de nationaliteit vertoont van een andere Partij en dat zich zeewaarts van de territoriale zee van een Staat bevindt.