RAV 2015/105
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Welke maatstaf geldt voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een advocaat indien de opdracht aan een advocatenmaatschap is gegeven? Is een persoonlijk ernstig verwijt vereist?
HR 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2745
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 september 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03391
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922087:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Juridische beroepen / Advocaat
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2745, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:711, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑05‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑06‑2014
- Wetingang
Art. 6:162, 7:401 BW
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid advocaat.
Welke maatstaf geldt voor de persoonlijke aansprakelijkheid van een advocaat indien de opdracht aan een advocatenmaatschap is gegeven? Is een persoonlijk ernstig verwijt vereist?
Samenvatting
Een cliënt heeft een advocatenmaatschap opdracht verstrekt tot advisering over een geldlening. Twee advocaten voeren de opdracht feitelijk uit. De ene advocaat is in loondienst bij de maatschap. De andere advocaat neemt door tussenkomst van zijn praktijkvennootschap deel aan de maatschap. De cliënt heeft een derde een lening van € 1 miljoen verstrekt. Tot zekerheid van terugbetaling daarvan heeft de cliënt een aantal borgtochten en hypothecaire zekerheid op een perceel grond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.