Einde inhoudsopgave
Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden
Artikel 25 Selectie en plaatsing van al dan niet onherroepelijk veroordeelden
Geldend
Geldend vanaf 17-12-2022
- Redactionele toelichting
1. Binnen acht weken na het moment van inwerkingtreding van onderhavige wijziging worden de besluiten tot plaatsing van gedetineerden in de extra beveiligde inrichting op grond van artikel 6 oud, zoals dit artikel luidde voor inwerkingtreding van onderhavige wijziging herbeoordeeld. 2. De in het eerste lid genoemde besluiten blijven van kracht totdat de herbeoordeling heeft plaatsgevonden.
- Bronpublicatie:
07-12-2022, Stcrt. 2022, 33928 (uitgifte: 16-12-2022, regelingnummer: 4354696)
- Inwerkingtreding
17-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2022, Stcrt. 2022, 33928 (uitgifte: 16-12-2022, regelingnummer: 4354696)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Algemeen
1.
Ten aanzien van een veroordeelde, beoordeelt de selectiefunctionaris op grond van de beschikbare informatie omtrent het gedrag, de persoon en persoonlijkheidskenmerken van de veroordeelde welk regime het meest geëigend is voor de veroordeelde, alsmede of de veroordeelde voor plaatsing in een inrichting of afdeling voor bijzondere opvang in aanmerking komt. Met inachtneming van het gestelde in artikel 21, plaatst de selectiefunctionaris de veroordeelde vervolgens in een inrichting of afdeling die het meest geïndiceerd is voor betrokkene. Indien de directeur voornemens is aan de selectiefunctionaris een voorstel te doen tot plaatsing van een nog niet onherroepelijk veroordeelde, dan wel van een onherroepelijk veroordeelde bij wiens vonnis een executie- indicator is afgegeven, in een beperkt beveiligde afdeling als bedoeld in artikel 2, dan vraagt de directeur het Openbaar Ministerie om advies.
2.
Op voorstel van de directeur dan wel op grond van een verzoek als bedoeld in artikel 18 van de wet, kan de selectiefunctionaris de gedetineerde overplaatsen naar een andere inrichting of afdeling, al dan niet met een ander beveiligingsniveau of regime. In geval van een gedetineerde die een verhoogd vlucht- of maatschappelijk risico vormt, kan de selectiefunctionaris vanwege dit risico periodiek tot overplaatsing besluiten.
3.
Indien de plaatsing of overplaatsing van een veroordeelde mede gebaseerd is op het risicoprofiel van betrokkene, bedoeld in artikel 22, eerste lid, beoordeelt de selectiefunctionaris of de informatie op basis waarvan het risicoprofiel is vastgesteld, nog ongewijzigd van toepassing is. Zo nodig wordt het risicoprofiel aangepast aan de gewijzigde omstandigheden.
4.
Indien de selectiefunctionaris voornemens is de veroordeelde te selecteren voor een inrichting of afdeling waarvoor een selectie-adviescommissie bestaat, legt de selectiefunctionaris zijn voorgenomen besluit ter advisering aan deze commissie voor.
5.
Indien het de selectie van een veroordeelde betreft met een al dan niet onherroepelijk opgelegde vrijheidsstraf van 8 jaar of meer, legt de selectiefunctionaris zijn voorgenomen besluit eerst ter advisering voor aan het Penitentiair Selectie Centrum. De selectie-adviescommissie baseert haar advies aan de selectiefunctionaris in dat geval mede op het advies van het Penitentiair Selectie Centrum.
6.
In spoedeisende gevallen kunnen de in het vierde en vijfde lid genoemde adviezen achterwege blijven. In dat geval spreekt de selectie-adviescommissie zich in de eerstvolgende vergadering alsnog uit over het plaatsingsbesluit.
7.
Gedetineerden die zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf, worden in een gevangenis in het arrondissement van vestiging geplaatst tenzij een belang als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de wet zich daartegen verzet. Indien in het arrondissement geen gevangenis is aangewezen, dan wel geen plaats in een gevangenis in het desbetreffende arrondissement beschikbaar is, dan wordt de gedetineerde in een gevangenis in een aanpalend arrondissement geplaatst. Ten aanzien van plaatsing in een gevangenis wordt een volgorde gehanteerd, waarbij gedetineerden die verblijven in het plusprogramma, voorrang krijgen boven gedetineerden die verblijven in het basisprogramma.
8.
Het zevende lid is niet van toepassing op:
- a.
arrestanten;
- b.
gedetineerden die een verhoogd vlucht- of maatschappelijk risico vormen.