RvdW 2012/1324
Verbreking samenwoning. Vordering tot verdeling van vermogen. Geen (beperkte) gemeenschap van goederen tussen partijen overeengekomen.
HR 19-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5636
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, J.C. van Oven, M.A. Loth, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/01207
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BX5636
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5636, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5636, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2012
Essentie
Verbreking samenwoning. Vordering tot verdeling van vermogen. Geen (beperkte) gemeenschap van goederen tussen partijen overeengekomen.
Partij(en)
[De man], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. P.S. Kamminga,
tegen
[De vrouw], te [woonplaats], verweerster in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Er kan, voor zover in cassatie van belang, van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
- (i)
Partijen (hierna: de man respectievelijk de vrouw) hebben van 1980 tot april 2004 een affectieve relatie gehad en hebben gedurende een aantal jaren samengewoond. Zij zijn geen geregistreerd partnerschap aangegaan en hebben evenmin een samenlevingscontract gesloten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.