Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.7.19 [Opschorten toezicht]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 5:3:19.
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stb. 2017, 246 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken: 34493)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2017, Stb. 2017, 492 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
Het houden van toezicht op de naleving van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis verbonden voorwaarden wordt opgeschort gedurende de periode dat in de uitvoerende lidstaat daarop toezicht wordt gehouden.
2.
Tot het houden van toezicht in Nederland kan worden overgegaan:
- a.
zodra van de bevoegde autoriteit van de uitvoerende lidstaat bericht is ontvangen dat het toezicht is beëindigd;
- b.
indien de verdachte niet langer zijn vaste woon- of verblijfplaats in de uitvoerende lidstaat heeft;
- c.
indien de verdachte zich in Nederland bevindt.