Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet
Artikel 73a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
07-07-2022, Stb. 2022, 297 (uitgifte: 14-07-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2022, Stb. 2022, 464 (uitgifte: 24-11-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, zoals dit zal luiden na volledige inwerkingtreding van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) zoals gewijzigd bij Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening (Stb. 2022, 297), kan voorafgaand aan die volledige inwerkingtreding van toepassing zijn op een leverancier, vervoerder of afnemer van dierlijke meststoffen, indien hij zich met het oog op vroegtijdige toepassing van de regels van het rVDM-systeem eenmalig bij de minister heeft gemeld.
2.
Na de melding, bedoeld in het eerste lid, maken de vervoerder, leverancier en afnemer per vracht dierlijke meststoffen een keuze of zij de huidige regels voor de verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen toepassen dan wel volgens het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, zoals dit zal luiden na volledige inwerkingtreding van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) zoals gewijzigd bij Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening (Stb. 2022, 297).
3.
Bij de melding, bedoeld in het eerste lid, verklaren de betrokken leverancier, vervoerder en afnemer zich met het oog op het vervoer van dierlijke meststoffen gebonden aan de nieuwe regels indien zij voor de betreffende vracht kiezen om het rVDM-systeem toe te passen.
4.
De keuze van de vervoerder, leverancier en afnemer voor toepassing van het rVDM-systeem, bedoeld in het tweede lid, blijkt uit het doen van de mededeling, bedoeld in artikel 50, eerste lid, zoals dit zal luiden na volledige inwerkingtreding van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) zoals gewijzigd bij Besluit van 7 juli 2022, houdende wijziging van het Besluit van 8 april 2021, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet in verband met het stellen van regels over digitale verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen (Stb. 2021, 192) in verband met enkele aanpassingen ten aanzien van de startmelding en de noodvoorziening (Stb. 2022, 297).
5.
Bij ministeriële regeling worden regels dan wel nadere regels gesteld over:
- a.
de melding, bedoeld in het eerste lid;
- b.
de voorwaarden voor het doen van de melding, bedoeld in het eerste lid;
- c.
het aanwijzen van gevallen waarvoor betrokken vervoerders, leveranciers en afnemers de nieuwe regels van het rVDM-systeem, per vracht dierlijke meststoffen, niet kunnen toepassen waarbij in elk geval gedifferentieerd kan worden op mestsoort, bijzondere situatie en vervoersstroom;
- d.
het bepalen van het ingangstijdstip alsmede de voorwaarden waaronder de nieuwe regels van toepassing zullen zijn op degenen die zich voor toepassing van het rVDM-systeem hebben gemeld.
6.
In uitzonderlijke omstandigheden kan Onze minister besluiten dat voor degenen die zich hebben aangemeld voor de vroegtijdige toepassing van het rVDM-systeem, bedoeld in het eerste lid, met ingang van een door hem bepaald tijdstip en voor een door hem bepaalde duur niettemin uitsluitend de bestaande regels voor de verantwoording van het vervoer van dierlijke meststoffen van toepassing zijn.