Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake een Internationaal Energieprogramma
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 19-01-1976
- Bronpublicatie:
18-11-1974, Trb. 1975, 47 (uitgifte: 15-05-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-01-1976
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-1976, Trb. 1976, 68 (uitgifte: 01-01-1976, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
Aan het recht op toebedeling en de toebedelingsverplichting kan worden voldaan door aanwending van olie in de volgende vormen:
- —
alle ruwe olie,
- —
alle olieprodukten,
- —
alle grondstoffen voor raffinaderijen, en
- —
alle met gebruikmaking van aardgas en ruwe olie geproduceerde eindprodukten.
2.
Ter berekening van het recht op toebedeling van een deelnemend land worden de gewoonlijk door dat deelnemende land, hetzij uit deelnemende landen, hetzij uit niet-deelnemende landen, ingevoerde olieprodukten omgerekend in hun equivalent in ruwe olie en behandeld als in dat land ingevoerde ruwe olie.
3.
Voor zover mogelijk vindt de voorziening plaats op de gebruikelijke wijze, alsmede in de normale verhouding tussen ruwe olie en olieprodukten en tussen de verschillende soorten ruwe olie en olieprodukten.
4.
Een van de doeleinden van het programma is dat de beschikbare ruwe olie en olieprodukten, in geval van toebedeling, zoveel mogelijk door de olieraffinaderijen en olieverdelende industrieën, alsmede door de olieraffinerende en olieverdelende maatschappijen, onderling worden gedeeld met inachtneming van de wijzen van voorziening zoals die historisch zijn gegroeid.