RvdW 2019/1117
Geweld bij aanhouding verdachte.
HR 15-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1590
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/02231
- Conclusie
P-G mr. J. Silvis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS96184:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Politierecht / Bevoegdheden
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1590, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Geweld bij aanhouding verdachte.
Het hof kon oordelen dat geen sprake was van een vormverzuim cfm. art. 359a Sv op de grond dat er een dynamische en potentieel risicovolle situatie was waarin het bij de aanhouding van de verdachte toegepaste geweld noodzakelijk was om die aanhouding te voltooien en het toegepaste geweld niet disproportioneel was. Bij gebreke van een vormverzuim kan de rechter bij de straftoemeting niettemin acht slaan op de gevolgen voor een verdachte van geweldgebruik door de politie.
Samenvatting
M.b.t. de aanhouding van de verdachte heeft het hof het volgende vastgesteld.
De aanhouding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.