371 NCC(A).

Documentgegevens:

prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste, datum 01-06-2023

Datum: 01-06-2023
Auteur: prof. mr. G.J. Meijer, prof. mr. P.E. Ernste
JCDI: JCDI:ADS858566:1
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Alternatieve geschillenbeslechting
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Wetingang: art. 1062, 1063 Rv; art. 32a lid 1 Rv; art. 32a lid 3 Rv

Als de plaats van arbitrage in Nederland is gelegen, is niet uitgesloten dat een buitenlandse partij die verlof tot tenuitvoerlegging verzoekt, dit in het Engels wil doen. De NCC(A) heeft bekendgemaakt dat de (voorzieningenrechter van de) NCC(A) onbevoegd is om kennis te nemen van een verzoek ex art. 1062/1063 Rv omdat de zaak in de exequaturprocedure niet ter vrije bepaling van partijen staat.1 In de praktijk zal de wens deze procedure in het Engels te voeren niet vaak spelen, nu deze procedure veelal ex parte plaatsvindt (zie nr. [370]) en beide partijen uitdrukkelijk moeten instemmen met het procederen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.