Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Maleisië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 24 Non-discriminatie
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1999
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Maleisie tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen.
- Bronpublicatie:
04-12-1996, Trb. 1997, 13 (uitgifte: 16-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-1999, Trb. 1999, 35 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Onderdanen van een van de Staten worden in de andere Staat niet aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen, waaraan onderdanen van die andere Staat onder dezelfde omstandigheden zijn of kunnen worden onderworpen.
2.
De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een van de Staten in de andere Staat heeft, is in die andere Staat niet ongunstiger dan de belastingheffing van ondernemingen van die andere Staat die dezelfde werkzaamheden uitoefenen
3.
Behalve indien de bepalingen van artikel 10, het achtste lid van artikel 12, het tiende lid van artikel 13 of het zevende lid van artikel 13A, van toepassing zijn, zijn interest, royalty's en andere uitgaven, betaald door een onderneming van een van de Staten aan een inwoner van de andere Staat, bij de vaststelling van de belastbare winst van die onderneming onder dezelfde voorwaarden aftrekbaar als wanneer zij betaald waren aan een inwoner van de eerstbedoelde Staat, mits in dergelijke gevallen voldaan is aan de voorwaarden van de nationale wetgeving van de eerstbedoelde Staat.
4.
Ondernemingen van een van de Staten, waarvan het kapitaal geheel of ten dele, onmiddellijk of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door een of meer inwoners van de andere Staat, worden in de eerstbedoelde Staat niet aan enige belastingheffing of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan de belastingheffing of daarmede verband houdende verplichtingen, waaraan andere, soortgelijke ondernemingen van de eerstbedoelde Staat onder dezelfde omstandigheden en onder dezelfde voorwaarden zijn of kunnen worden onderworpen.
5.
Niets in dit artikel mag aldus worden uitgelegd dat:
- (a)
een Staat wordt verplicht aan natuurlijke personen die inwoner zijn van de andere Staat bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen uit hoofde van de samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen, die eerstbedoelde Staat aan zijn eigen inwoners verleent;
- (b)
Maleisië wordt verplicht aan onderdanen van Nederland die geen inwoner zijn van Maleisië bij de belastingheffing die persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen en verminderingen te verlenen, die ten tijde van de ondertekening van deze Overeenkomst door de wet slechts worden toegekend aan onderdanen van Maleisië, die geen inwoner zijn van Maleisië.
6.
In dit artikel heeft de uitdrukking ‘belastingheffing’ betrekking op belastingen welke voorwerp zijn van deze Overeenkomst.