NJB 2022/420
Appellanten hadden tijdig bezwaar moeten maken tegen – met reguliere procedure tot stand gekomen – besluit tot verlening van omgevingsvergunning voor graansilo’s om aan te kunnen voeren dat afdeling 3.4 van de Awb ten onrechte niet is doorlopen. Geen aanleiding voor het oordeel dat art. 6:7, gelezen in samenhang met art. 6:11 Awb, buiten toepassing moet blijven wegens strijd met EU-rechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.
ABRvS 02-02-2022, ECLI:NL:RVS:2022:333
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 februari 2022
- Magistraten
Mr. Slump
- Zaaknummer
202000293/1/R3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2022:333, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Appellanten hadden tijdig bezwaar moeten maken tegen – met reguliere procedure tot stand gekomen – besluit tot verlening van omgevingsvergunning voor graansilo’s om aan te kunnen voeren dat afdeling 3.4 van de Awb ten onrechte niet is doorlopen. Geen aanleiding voor het oordeel dat art. 6:7, gelezen in samenhang met art. 6:11 Awb, buiten toepassing moet blijven wegens strijd met EU-rechtelijke beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], en anderen, appellanten, tegen de uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 4 december 2019 in zaak nr. 19/778 in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.