NJB 2017/1763
Consumentenovereenkomst. Oneerlijk beding. Algemene voorwaarden. In een huurcontract ter zake van een woning wordt onderverhuur verboden op straffe van verbeurte van een boete en de verplichting de ontvangen onderhuurpenningen af te dragen aan de hoofdverhuurder. Het hof acht het beding ter zake van de afdrachtverplichting niet onredelijk bezwarend. Hoge Raad: Het hof heeft miskend dat het diende te onderzoeken of het cumulatieve effect van de afdrachtverplichting en het boetebeding ertoe leidt dat de voorwaarde moet worden aangemerkt als een oneerlijk beding
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 september 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/03742
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑07‑2016
- Wetingang
(art. 6:233 aanhef en onder a BW; art. 3 Richtlijn 93/13/EEG)
Essentie
Consumentenovereenkomst. Oneerlijk beding. Algemene voorwaarden. In een huurcontract ter zake van een woning wordt onderverhuur verboden op straffe van verbeurte van een boete en de verplichting de ontvangen onderhuurpenningen af te dragen aan de hoofdverhuurder. Het hof acht het beding ter zake van de afdrachtverplichting niet onredelijk bezwarend. Hoge Raad: Het hof heeft miskend dat het diende te onderzoeken of het cumulatieve effect van de afdrachtverplichting en het boetebeding ertoe leidt dat de voorwaarde moet worden aangemerkt als een oneerlijk beding
Partij(en)
A, adv. mr. C.J.A. Seinen, vs. B c.s., niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A huurde ...