Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012
Artikel 63 Sancties wegens inbreuken
Geldend
Geldend vanaf 17-09-2014
- Bronpublicatie:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 909/2014)
- Inwerkingtreding
17-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2014, PbEU 2014, L 257 (uitgifte: 28-08-2014, regelingnummer: 909/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Dit artikel is van toepassing op de volgende bepalingen van deze verordening:
- a)
het verrichten van in de afdelingen A, B en C van de bijlage bedoelde diensten in strijd met de artikelen 16, 25 en 54;
- b)
het verkrijgen van de uit hoofde van de artikelen 16 en 54 vereiste vergunningen door het afleggen van valse verklaringen of op andere onrechtmatige wijze als bepaald in artikel 20, lid 1, onder b), en in artikel 57, lid 1, onder b);
- c)
verzuim van CSD's het vereiste kapitaal aan te houden, dus in strijd met artikel 47, lid 1;
- d)
verzuim van CSD's de organisatorische vereisten na te leven, dus in strijd met de artikelen 26 tot en met 30;
- e)
verzuim van CSD's de bedrijfvoeringsregels na te leven, dus in strijd met de artikelen 32 tot en met 35;
- f)
verzuim van CSD's de vereisten voor CSD-diensten na te leven, dus in strijd met de artikelen 37 tot en met 41;
- g)
verzuim van CSD's de prudentiële vereisten na te leven, dus in strijd met de artikelen 43 tot en met 47;
- h)
verzuim van CSD's de vereisten voor CSD-koppelingen na te leven, dus in strijd met artikel 48;
- i)
onterecht weigeren door CSD's van verschillende soorten toegang, dus in strijd met de artikelen 49 tot en met 53;
- j)
verzuim van aangewezen kredietinstellingen de specifieke prudentiële vereisten in verband met kredietrisico's na te leven, dus in strijd met artikel 59, lid 3;
- k)
verzuim van aangewezen kredietinstellingen de specifieke prudentiële vereisten in verband met liquiditeitsrisico's na te leven, dus in strijd met artikel 59, lid 4.
2.
Onverminderd de toezichtsbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten, hebben, bij een in dit artikel bedoelde inbreuk, de bevoegde autoriteiten conform het nationale recht de bevoegdheid om ten minste de volgende administratieve sancties en andere maatregelen op te leggen:
- a)
een publieke verklaring waarin de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon en de aard van de inbreuk worden vermeld, overeenkomstig artikel 62;
- b)
een bevel waarbij de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon wordt gelast de gedraging te staken en af te zien van herhaling van die gedraging;
- c)
intrekking van de uit hoofde van artikel 16 of 54 verleende vergunningen, overeenkomstig artikel 20 of 57;
- d)
een tijdelijk of, bij ernstige inbreuken, permanent verbod voor een lid van het leidinggevend orgaan van de instelling of enig andere natuurlijke persoon die voor de inbreuk verantwoordelijk wordt gehouden, om leidinggevende functies in de instelling te bekleden;
- e)
maximale administratieve geldelijke sancties van ten minste tweemaal het bedrag van de ten gevolge van de inbreuk behaalde winst, indien dat bedrag kan worden vastgesteld;
- f)
indien het een natuurlijke persoon betreft, maximale administratieve geldelijke sancties van ten minste 5 miljoen EUR of, in de lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale valuta op de datum waarop deze verordening wordt vastgesteld;
- g)
in het geval van een rechtspersoon, maximale administratieve geldelijke sancties van ten minste 20 miljoen EUR of 10 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon in het voorgaande boekjaar volgens de meest recente jaarrekening die door het leidinggevend orgaan is goedgekeurd; indien de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van de moederonderneming die overeenkomstig Richtlijn 2013/34/EU een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de toepasselijke totale jaaromzet gelijk aan de totale jaaromzet of de overeenkomstig de toepasselijke jaarrekeningenrichtlijnen daarmee corresponderende soort inkomsten volgens de meest recente door het leidinggevend orgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening.
3.
De bevoegde autoriteiten kunnen andere dan de in lid 2 bedoelde sanctiebevoegdheden hebben en voor de administratieve geldelijke sancties hogere niveaus vaststellen dan de in dat lid vastgestelde sancties.