Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 71 [Verwijzing door kantonrechter naar andere kamer rechtbank en vice versa. Geen hogere voorziening]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
07-03-2013, Stb. 2013, 92 (uitgifte: 15-03-2013, kamerstukken: 33108)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2013, Stb. 2013, 119 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
1.
Moet een zaak, in behandeling bij de kantonrechter, verder worden behandeld en beslist door een kamer voor andere zaken dan kantonzaken, dan wordt de zaak daartoe op verlangen van een der partijen of ambtshalve naar een zodanige kamer verwezen.
2.
Moet een zaak, in behandeling bij een kamer voor andere zaken dan kantonzaken, verder worden behandeld en beslist door de kantonrechter, dan wordt de zaak daartoe op verlangen van een der partijen of ambtshalve verwezen naar een kamer voor kantonzaken.
3.
De vraag of verwijzing nodig is beoordeelt de rechter, voor zover daarvoor het onderwerp van het geschil bepalend is, aan de hand van zijn voorlopig oordeel over het onderwerp van het geschil.
4.
In de beslissing tot verwijzing vermeldt de rechter op welke wijze partijen in de procedure moeten verschijnen en, voor zover van toepassing, het griffierecht of het verhoogde griffierecht dat ingevolge artikel 8 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken van partijen wordt geheven en binnen welke termijn dit griffierecht of dit verhoogde griffierecht betaald dient te worden. Artikel 111, tweede lid, aanhef en onderdeel k en onderdeel l, is van overeenkomstige toepassing. In het geval van een dagvaardingsprocedure vermeldt de rechter tevens een nieuwe roldatum en beveelt hij, indien tegen de gedaagde verstek is verleend, dat deze door de eiser bij exploot aan de gedaagde wordt aangezegd onder betekening van de beslissing tot verwijzing.
5.
Tegen een verwijzing en tegen het achterwege laten van verwijzing staat geen voorziening open. De rechter naar wie de zaak is verwezen, is aan de verwijzing gebonden.