Belastingblad 2019/400
Verhuurder mag deelnemen aan door huurder aangespannen cassatieprocedure over WOZ-beschikking sociale huurwoning, ondanks het feit dat art. 8:26 Awb niet van toepassing is. Na hofuitspraak gegeven WOZ-beschikking voor volgend jaar kan geen rol spelen in deze cassatieprocedure.
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1315, m.nt. R.T. Wiegerink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.A. Fierstra, J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
18/00010
- Noot
R.T. Wiegerink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS91818:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1315, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑02‑2019
Essentie
Verhuurder mag deelnemen aan door huurder aangespannen cassatieprocedure over WOZ-beschikking sociale huurwoning, ondanks het feit dat art. 8:26 Awb niet van toepassing is. Na hofuitspraak gegeven WOZ-beschikking voor volgend jaar kan geen rol spelen in deze cassatieprocedure.
Uitspraak
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 november 2017, nr. 17/00496, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 17/788) betreffende een beschikking op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.