NJF 2018/624
Procesrecht. Prejudiciële vragen over ‘rente swaps’ in het licht van de zorgplicht van de bank jegens klant/consument.
Rb. Amsterdam 19-09-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:6686
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
19 september 2018
- Magistraten
Mr. A.H.E. van der Pol
- Zaaknummer
C/13/617377 / HA ZA 16-1066
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2018:6686, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 19‑09‑2018
ECLI:NL:RBAMS:2018:3674, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 30‑05‑2018
Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 26‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Prejudiciële vragen over ‘rente swaps’ in het licht van de zorgplicht van de bank jegens klant/consument.
Samenvatting
In dit geding stelt de rechtbank prejudiciële vragen aan de Hoge Raad met betrekking tot ‘rente swaps’. Volgens klant van de bank heeft deze haar zorgplicht geschonden. De grenzen van die zorgplicht zijn in de onderhavige zaak aan de orde. Gebleken is dat het Gerechtshof Amsterdam een voor de bank strengere benadering heeft dan de Rechtbank Amsterdam en het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Partij(en)
Vonnis in de zaak van:
Eiser, adv.: mr. C.H.D.W. van den Borne-Verheijen te Breda,
tegen
Coöperatieve Rabobank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.