Einde inhoudsopgave
Wet langdurige zorg
Artikel 9.1.3 [Zorginhoudelijke persoonsgegevens]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Redactionele toelichting
In het Staatsblad is nogmaals een lid 10 ingevoegd.
- Bronpublicatie:
13-03-2024, Stb. 2024, 78 (uitgifte: 03-04-2024, kamerstukken: 36385)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2024, Stb. 2024, 79 (uitgifte: 03-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Een Wlz-uitvoerder, het CAK, en het CIZ verstrekken op verzoek, binnen een bij dat verzoek genoemde termijn, uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administratie, kosteloos, de gegevens, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, aan:
- a.
zorgverzekeraars en het Zorginstituut, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de onderlinge afstemming van op grond van de Zorgverzekeringswet verzekerde zorg en zorg die is verzekerd op grond van deze wet en het voorkomen van dubbele verstrekkingen;
- b.
het Zorginstituut, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn in de artikelen 5.1.1 tot en met 5.1.3 van deze wet en de artikelen 89 tot en met 91 van de Wet financiering sociale verzekeringen opgedragen taken;
- c.
de Sociale verzekeringsbank, voor zover die gegevens noodzakelijk voor de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of de betalingen ten laste van de persoonsgebonden budgetten en het daarmee verbonden budgetbeheer, bedoeld in artikel 3.3.3, zevende lid.
2.
De in het eerste lid, onderdelen a tot en met c, genoemde instanties, zijn, voor de in die onderdelen genoemde doelen, bevoegd uit eigen beweging en verplicht op verzoek, de gegevens, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, te verstrekken aan een Wlz-uitvoerder, het CAK, of het CIZ.
3.
Een Wlz-uitvoerder en het CIZ verstrekken op verzoek, binnen een bij dat verzoek genoemde termijn, uit de onder hun verantwoordelijkheid gevoerde administratie kosteloos de gegevens, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, aan een aanbieder van Zvw-zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn om vast te kunnen stellen of hij zorg die tot het verzekerde pakket behoort, verleent dan wel heeft verleend aan een verzekerde.
4.
Voor zover de verzekerde daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, verstrekken het college van burgemeester en wethouders en de Wlz-uitvoerder elkaar kosteloos de persoonsgegevens van de verzekerde, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, voor zover die gegevens noodzakelijk zijn voor de onderlinge afstemming van deze wet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of Jeugdwet of voor het voorkomen van dubbele verstrekkingen.
5.
De inspecteur of ontvanger is verplicht desgevraagd aan het CAK de gegevens omtrent het inkomen en vermogen van de verzekerde en diens echtgenoot te verstrekken, voor zover die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de bijdrage, bedoeld in artikel 3.2.5.
6.
De in het eerste tot en met vijfde lid bedoelde gegevens en inlichtingen worden op verzoek verstrekt in schriftelijke vorm of in een andere vorm die redelijkerwijs kan worden verlangd, binnen een termijn die schriftelijk wordt gesteld bij het in het eerste en derde lid bedoelde verzoek.
7.
Alle ambtenaren tot afgifte van uittreksels uit registers van burgerlijke stand bevoegd, zijn verplicht aan een in het tweede lid genoemde instantie de door deze gevraagde uittreksels uit de registers kosteloos toe te zenden.
8.
Griffiers van colleges, geheel of ten dele met rechtspraak belast, verstrekken op verzoek, kosteloos, aan een Wlz-uitvoerder, aan het CIZ, aan het CAK, aan het Zorginstituut of aan de zorgautoriteit alle gegevens, inlichtingen en uittreksels uit of afschriften van uitspraken, registers en andere stukken, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze wet door de Wlz-uitvoerder of het desbetreffende college.
9.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste tot en met zevende lid.
10.
Op de op grond van het eerste lid aan het Zorginstituut te verstrekken persoonsgegevens is pseudonimisering als bedoeld in artikel 4, onderdeel 5 van de Algemene verordening gegevensbescherming, toegepast en vervolgens onafgebroken is gecontinueerd.
10.
Het CIZ verstrekt ambtshalve of op verzoek, kosteloos, de volgende persoonsgegevens aan de Sociale verzekeringsbank, welke gegevens noodzakelijk zijn voor de uitvoering van diens taak tot vaststelling of een recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, bestaat of eindigt:
- a.
het gegeven dat het CIZ het recht op zorg heeft vastgesteld van een verzekerde die de leeftijd heeft, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet;
- b.
de ingangsdatum en de einddatum van dit besluit;
- c.
de geboortedatum van die verzekerde; en
- d.
het burgerservicenummer van die verzekerde.
11.
De ambtshalve verstrekking, bedoeld in het tiende lid, geschiedt niet eerder dan nadat het CIZ de vertegenwoordiger van de verzekerde, ten aanzien van wie een indicatiebesluit is genomen, in het indicatiebesluit gedurende een termijn van ten minste twee weken in de gelegenheid heeft gesteld niet in te stemmen met deze verstrekking.
12.
Het CIZ verwerkt persoonsgegevens, waaronder het gegeven dat het CIZ het recht op zorg heeft vastgesteld van een verzekerde die de leeftijd heeft, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, het aan de Sociale verzekeringsbank verstrekte gegeven of de verzekerde is aangewezen op een bepaalde mate van intensieve zorg als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en het burgerservicenummer van die verzekerde, die noodzakelijk zijn om diens vertegenwoordiger ambtshalve te informeren over een mogelijk recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet.
13.
Het CIZ kan persoonsgegevens, waaronder het gegeven dat het CIZ het recht op zorg heeft vastgesteld van een verzekerde die de leeftijd heeft, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, het aan de Sociale verzekeringsbank verstrekte gegeven of de verzekerde is aangewezen op een bepaalde mate van intensieve zorg als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet en het burgerservicenummer van de verzekerde, bedoeld in het twaalfde lid, verwerken, welke gegevens noodzakelijk zijn voor het vaststellen van de effectiviteit van het ambtshalve informeren van de vertegenwoordiger van de verzekerde over een mogelijk recht op een verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet.
14.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het twaalfde en dertiende lid.
15.
Met ingang van een jaar na de datum van inwerkingtreding van het twaalfde tot en met vijftiende lid, vervallen deze leden en de nadere regels die zijn gesteld op grond van het veertiende lid.