Gst. 2020/76
Twee woningen bij het windpark zijn niet aan te merken als bedrijfswoningen. De technische, organisatorische of functionele bindingen tussen de woningen en het windpark zijn onvoldoende onderbouwd. (Arnhem)
ABRvS 01-04-2020, ECLI:NL:RVS:2020:889, m.nt. C.E. Barnhoorn & M. van Mannekes
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 april 2020
- Magistraten
Mrs. F.C.M.A. Michiels, W.D.M. van Diepenbeek en D.A. Verburg
- Zaaknummer
201706086/3/R1
- Noot
C.E. Barnhoorn & M. van Mannekes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS203317:1
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Geluid en trillingen
Volkshuisvesting en wonen / Woningbouw
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - algemene regels
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:889, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑04‑2020
- Wetingang
(Art. 3.14a Activiteitenbesluit)
Essentie
Twee woningen bij het windpark zijn niet aan te merken als bedrijfswoningen. De technische, organisatorische of functionele bindingen tussen de woningen en het windpark zijn onvoldoende onderbouwd. (Arnhem)
Samenvatting
De normen voor geluid en slagschaduw uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn niet van toepassing op woningen die behoren tot de inrichting die het windpark vormt. De twee woningen aan de Veerweg naar Westervoort zijn ten onrechte als zodanig aangemerkt. De technische, organisatorische of functionele bindingen tussen de woningen en de inrichting zijn niet deugdelijk onderbouwd.
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen:
- 1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.