Verdrag tot beperking der staatloosheid
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 13-12-1975
- Bronpublicatie:
30-08-1961, Trb. 1967, 124 (uitgifte: 13-09-1967, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-12-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-1985, Trb. 1985, 74 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
Elke Verdragsluitende Staat heeft het recht dit Verdrag op elk willekeurig tijdstip door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties gerichte schriftelijke kennisgeving op te zeggen. Deze opzegging wordt ten aanzien van de betrokken Verdragsluitende Staat van kracht één jaar na ontvangst van de kennisgeving door de Secretaris-Generaal.
2.
In gevallen waarin, overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, dit Verdrag op een niet tot het moederland van een Verdragsluitende Staat behorend gebied van toepassing is geworden, kan die Staat, met goedkeuring van het betrokken gebied op elk willekeurig tijdstip daarna de Secretaris-Generaal van de Organisatie van de Verenigde Naties ervan in kennis stellen dat hij dit Verdrag ten aanzien van dat betrokken gebied opzegt. De opzegging heeft rechtsgevolg één jaar na de datum waarop de Secretaris-Generaal de kennisgeving van opzegging heeft ontvangen, waarop de Secretaris-Generaal alle andere Verdragsluitende Staten zowel van die kennisgeving als van de datum van ontvangst daarvan bericht zendt.