AB 2016/377
Uitleg van het Unierechtelijk gecodificeerd vertrouwensbeginsel
HvJ EU 02-07-2015, ECLI:EU:C:2015:439, m.nt. J.E. van den Brink (Demmer)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
2 juli 2015
- Magistraten
A. Tizzano, S. Rodin, A. Borg Barthet, E. Levits, M. Berger
- Zaaknummer
C-684/13
- Noot
J.E. van den Brink
- Roepnaam
Demmer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS88205:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2015:439, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 02‑07‑2015
- Wetingang
Art. 34 lid 2 onder a) Verordening nr. 73/2009; art. 73 lid 4 Verordening nr. 796/2004.
Essentie
Uitleg van het Unierechtelijk gecodificeerd vertrouwensbeginsel: in gevallen waarin nationale bestuursorganen een met het EU-recht strijdige systematische praktijk hanteren, kan van ontvangers van EU-landbouwsubsidies niet worden verwacht dat zij deze fout hadden kunnen ontdekken.
Samenvatting
De landbouwer is krachtens art. 73, lid 4, van deze verordening in beginsel niettemin niet gehouden om de steun terug te betalen die hij ten onrechte heeft gekregen, indien de betaling is verricht als gevolg van een fout van de bevoegde autoriteit of van een andere autoriteit, die hij redelijkerwijs niet kon ontdekken.
Zoals de advocaat-generaal in punt 70 van zijn conclusie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.