Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/36/EU betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG
Artikel 58 bis Doorgifte van informatie aan internationale instanties
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 29-12-2020.
- Bronpublicatie:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/878)
- Inwerkingtreding
27-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2019, PbEU 2019, L 150 (uitgifte: 07-06-2019, regelingnummer: 2019/878)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Niettegenstaande artikel 53, lid 1, en artikel 54 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder de voorwaarden van de leden 2, 3 en 4 van dit artikel, bepaalde informatie doorgeven of delen met:
- a)
het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, met het oog op beoordelingen voor het programma ter beoordeling van de financiële sector;
- b)
de Bank voor Internationale Betalingen, met het oog op kwantitatieve effectenstudies;
- c)
de Raad voor financiële stabiliteit, met het oog op zijn controlefunctie.
2.
De bevoegde autoriteiten kunnen vertrouwelijke informatie enkel op uitdrukkelijk verzoek van de betrokken instantie delen, indien ten minste aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a)
het verzoek is naar behoren gemotiveerd in het licht van de specifieke taken die door de verzoekende instantie in overeenstemming met haar wettelijk mandaat worden verricht;
- b)
het verzoek is nauwkeurig genoeg wat de aard, reikwijdte en vorm van de gevraagde informatie, alsook de wijze van openbaarmaking of doorgifte ervan betreft;
- c)
de gevraagde informatie is strikt noodzakelijk voor de uitvoering van de specifieke taken van de verzoekende instantie en gaat niet verder dan de wettelijke taken van de verzoekende instantie;
- d)
de informatie wordt uitsluitend doorgegeven of vrijgegeven aan de personen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de specifieke taak;
- e)
voor de personen die toegang tot de informatie hebben, gelden professionele geheimhoudingsverplichtingen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van artikel 53, lid 1.
3.
Indien het verzoek wordt ingediend door een van de entiteiten als bedoeld in lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten enkel geaggregeerde of geanonimiseerde informatie doorgeven, en kunnen zij andere informatie enkel in de bedrijfsruimten van de bevoegde autoriteit delen.
4.
Voor zover de openbaarmaking van informatie verwerking van persoonsgegevens met zich meebrengt, voldoet de verwerking van persoonsgegevens door de verzoekende instantie aan de voorschriften van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (1).
Voetnoten
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).