BNB 2011/216
Verdragsrechtelijke kwalificatie van een restbegunstigingsuitkering
HR 13-05-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BQ0451, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Tijnagel, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
09/03847
- Conclusie
A-G mr. Van Ballegooijen
- Noot
P. Kavelaars
- LJN
BQ0451
- JCDI
JCDI:ADS909667:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Loonbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0451, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0451, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑05‑2011
- Wetingang
Essentie
(HR) Restbegunstigingsuitkering van pensioenverzekeraar ontbeert het aan een pensioenuitkering eigen periodieke karakter en valt ook overigens niet onder het pensioenartikel van de Overeenkomst Nederland – Duitsland 1959, maar onder het arbeidsartikel. Bij inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid is geen plaats voor toepassing restartikel (vgl. HR, BNB 2000/328c*) (A-G Van Ballegooijen, noot Kavelaars)
Samenvatting
Belanghebbende, wonende in Duitsland, heeft in 2006 een restbegunstigingsuitkering ontvangen van de pensioenverzekeraar van zijn in 2005 overleden vader. De uitkering vloeide voort uit een levensverzekering die de vader bij een in Nederland gevestigde verzekeraar had gesloten ter dekking van zijn pensioenaanspraken. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.