Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 5.9 Erkenning van organisaties
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
12-10-2012, Stcrt. 2012, 21281 (uitgifte: 30-10-2012, regelingnummer: IENM/BSK-2012/158694)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2013, Stb. 2012, 516 jo Stcrt. 2013, 8228 (uitgifte: 27-03-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/56648)
05-07-2012, Stb. 2012, 516 jo Stcrt. 2013, 8228 (uitgifte: 31-10-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel U, voor wat betreft het in dat onderdeel opgenomen hoofdstuk 4B, van de wet van 06-07-2011, Stb. 394.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een erkenning als bedoeld in artikel 48d, vierde lid, van de wet kan worden verleend aan rechtspersonen die voldoen aan de volgende criteria:
- a.
de rechtspersoon beschikt over een gecertificeerd kwaliteitssysteem, waarin de procedures alsmede het beheer van alle documentatie met betrekking tot de onderzoeken waarvoor de aanwijzing geldt zijn geborgd;
- b.
de rechtspersoon heeft de beschikking over een wereldwijd netwerk van voldoende en bekwaam personeel met voldoende en actuele kennis van het Maritiem Arbeidsverdrag en de Nederlandse wettelijke vereisten voor de afgifte van een certificaat maritieme arbeid, alsmede ervaring met betrekking tot het onderzoeken van schepen; en
- c.
de rechtspersoon voert een onafhankelijke bedrijfsvoering en kan daarover verantwoording afleggen.
2.
Een rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid houdt kantoor in Nederland en heeft met de Staat een overeenkomst gesloten met betrekking tot de taken die zij in het kader van de aanwijzing uitvoert, waarin de in leidraad B5.1.2 van het Maritiem Arbeidsverdrag genoemde onderwerpen zijn opgenomen.
3.
Rechtspersonen die zijn erkend op grond van verordening (EG) nr. 391/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009, worden geacht te voldoen aan de erkenningscriteria, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, en het tweede lid.
4.
Een erkenning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Een erkenning kan worden ingetrokken indien de rechtspersoon waaraan de erkenning is verleend, niet meer voldoet aan een van de in het eerste lid genoemde criteria.
5.
Een besluit tot erkenning of intrekking van een erkenning wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.