Renteaftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting
Einde inhoudsopgave
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.7.4:6.7.4 Paradoxale uitwerking winstdrainagewetgeving
Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/6.7.4
6.7.4 Paradoxale uitwerking winstdrainagewetgeving
Documentgegevens:
Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006
- Datum
20-10-2006
- Auteur
Dr. J. van Strien
- JCDI
JCDI:ADS590983:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vergelijk Michielse, G.M.M.; Wetsvoorstel uitholling belastinggrondslag. Een gemiste kans, FED 1996/1512.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ten slotte merk ik nog op dat art. 10a een paradoxaal effect kan hebben.1 Deze bepaling kan het voor concerns aantrekkelijk maken, om een nieuw opgerichte dochtervennootschap zoveel mogelijk met vreemd vermogen te financieren. Wanneer immers een vennootschap alleen met eigen vermogen wordt gefinancierd, is een aanpassing naar een financieringsstructuur door middel van terugbetaling gevolgd door het aantrekken van een lening veelal niet zonder meer mogelijk. Vaak vindt namelijk art. 10a toepassing. Deze uitkomst is evident niet door de wetgever beoogd, maar komt wel voort uit de opzet van de bepaling. Inmiddels is deze uitkomst wel voor een deel geneutraliseerd door de invoering van art. 10d. Hiermee worden voor een deel onbedoelde neveneffecten van de ene renteaftrekbeperking bestreden door een nieuwe renteaftrekbeperking.
Art. 10a heeft verder als nadeel dat het om bedrijfseconomische redenen in stand houden van de (voor toepassing van art. 10d acceptabele) financieringsstructuur door art. 10a wordt bemoeilijkt. Denkbaar is dat een vennootschap als gevolg van groei (gepaard gaande met een stijging van het eigen vermogen) additioneel vreemd vermogen binnen de groep wil aantrekken en dividend wil uitkeren om de oude financieringsstructuur in ere te herstellen (bijvoorbeeld om te kunnen profiteren van een positieve werking van het hefboomeffect). Op dergelijke situaties is art. 10a mogelijk van toepassing. Tegenbewijs is niet altijd eenvoudig te leveren.