Vgl. HR 31 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ1983, rov. 4.13.
HR, 08-03-2024, nr. 22/04666
ECLI:NL:HR:2024:341
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
08-03-2024
- Zaaknummer
22/04666
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2024:341, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2024; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2024:77
In cassatie op: ECLI:NL:GHDHA:2022:2079
- Vindplaatsen
Uitspraak 08‑03‑2024
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Intellectuele eigendom. Octrooirecht. Procesrecht. Klachten over toets voor toegevoegde materie en toets voor nawerkbaarheid. Proceskosten van voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep indien voorwaarde niet is vervuld en beroep niet is behandeld.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/04666
Datum 8 maart 2024
ARREST
In de zaak van
NOVARTIS A.G.,
gevestigd te Bazel, Zwitserland,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Novartis,
advocaat: A.M. van Aerde,
tegen
1. MYLAN B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. MYLAN IRELAND LIMITED,
gevestigd te Dublin, Ierland,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Mylan c.s.,
advocaat: P.A. Fruytier.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/09/625743 / KG ZA 22-195 van de rechtbank Den Haag van 22 maart 2022 en 21 juni 2022;
b. het arrest in de zaak 200.313.064/01 van het gerechtshof Den Haag van 18 oktober 2022.
Novartis heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Mylan c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Novartis mede door N.M. Bilderbeek, en voor Mylan c.s. mede door J.P. Jas.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaten van partijen hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel in het principale beroep
2.1
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie art. 81 lid 1 RO).
2.2
Het incidentele beroep is ingesteld onder de voorwaarde dat ten minste een van de klachten van het principale beroep slaagt. Deze voorwaarde is niet vervuld. Het incidentele beroep behoeft dus geen behandeling.
2.3
Novartis wordt in het ongelijk gesteld in het principale beroep. Zij dient daarom te worden veroordeeld in de proceskosten van dit beroep. Mylan c.s. hebben een kostenveroordeling op de voet van art. 1019h Rv gevorderd en hun kosten begroot op € 45.790,50. Daarvan is volgens Mylan c.s. 75% toe te schrijven aan het principale beroep en 25% aan het voorwaardelijke incidentele beroep. Mylan c.s. maken mede aanspraak op vergoeding van de kosten die zijn toe te rekenen aan het voorwaardelijke incidentele beroep. Novartis maakt daartegen bezwaar op de grond dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen omdat niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder het incidentele beroep is ingesteld, en het incidentele beroep op die grond dus niet is behandeld. De daarmee gemoeide kosten dienen daarom volgens Novartis niet vergoed te worden.
2.4
Mylan c.s. hebben geen omstandigheden aangevoerd die aanleiding kunnen zijn om af te wijken van het uitgangspunt dat de kosten van het voorwaardelijke incidentele beroep niet voor vergoeding in aanmerking komen als niet is voldaan aan de voorwaarde waaronder dat beroep is ingesteld.1.De omstandigheden die Mylan c.s. hebben aangevoerd in hun reactie op de conclusie van de Advocaat-Generaal neemt de Hoge Raad niet in aanmerking. Na de conclusie van de Advocaat-Generaal is geen plaats meer voor debat tussen partijen. Novartis kon dus op die naar voren gebrachte omstandigheden niet meer reageren. De Hoge Raad zal daarom bij de bepaling van de proceskosten 75% van de kosten waarvan Mylan c.s. vergoeding hebben gevorderd, zijnde € 34.342,86, in aanmerking nemen.
2.5
Op deze cassatieprocedure zijn van toepassing de Indicatietarieven in octrooizaken Hoge Raad 2020. Het principale beroep dient in de zin van die regeling te worden aangemerkt als een normale zaak. Ingevolge die tarieven bedraagt voor de verweerder het maximumtarief voor een normale zaak met re- of dupliek en een Borgersbrief € 50.000,--. De kosten die Mylan heeft begroot en gevorderd, blijven onder dit maximumtarief. De Hoge Raad acht de gevorderde kosten redelijk en evenredig, en zal deze toewijzen.
3. Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt Novartis in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Mylan c.s. begroot op € 7.115,-- aan verschotten en € 34.342,86 voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Novartis deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op 8 maart 2024.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 08‑03‑2024