Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
In de vervangingsregeling in geval van tijdelijke afwezigheid van een van de ministers, zoals deze bij het aantreden van elk nieuw kabinet bij koninklijk besluit pleegt te worden vastgesteld, is bepaald dat een minister bij tijdelijke afwezigheid wordt vervangen door de staatssecretaris van hetzelfde ministerie, voor zover en voor zolang de minister in de gelegenheid is om de staatssecretaris aanwijzingen dienaangaande te geven. De staatssecretaris tekent ook in dat geval als staatssecretaris, en dus niet als minister ad interim. Ook in het opschrift en de aanhef van de regeling wordt de staatssecretaris dan genoemd. Deze aanwijzing heeft derhalve alleen betrekking op die gevallen waarin een minister niet wordt vervangen door een staatssecretaris maar door een andere minister. Dat gebeurt bij gelijktijdige afwezigheid van een minister en de staatssecretaris(sen) van hetzelfde ministerie, in het geval er geen staatssecretaris van hetzelfde ministerie is en indien een minister door ziekte of om een andere reden niet in de gelegenheid is zijn taak uit te oefenen en aanwijzingen aan de staatssecretaris te geven.
De aanduiding ‘a.i.’ blijft achterwege in de aanhef van een koninklijk besluit dat is voorgedragen door een minister ad interim en in de aanhef van een ministeriële regeling die door een minister ad interim wordt getekend. De ondertekening van de voordracht geschiedt echter wel met de aanduiding ‘a.i.’.
Bij afwezigheid van een staatssecretaris tekent de minister. Bij een ministeriële regeling wordt in dat geval, naast de aanduiding van de ondertekening, ook de aanduiding van de bewindspersoon in de aanhef aangepast. Bij een koninklijk besluit wordt de aanduiding van de bewindspersoon in de aanhef slechts aangepast indien de afwezigheid van de staatssecretaris heeft geleid tot ondertekening van het nader rapport door de minister, dus niet in het geval de minister het besluit slechts contrasigneert in plaats van de staatssecretaris.