NJ 2010/369
Tijdelijke regeling diervoeders i.v.m. BSE; onverenigbaar met dwingend communautair recht? Schending plicht tot ambtshalve aanvulling rechtsgronden?
HR 11-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7145 (Cagemax/Staat)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 september 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
07/11611
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BI7145
- Roepnaam
Cagemax/Staat
- JCDI
JCDI:ADS161092:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI7145, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI7145, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2007
- Wetingang
Beschikking 2000/766/EG art. 2, 3, 4; Tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren art. 2, 3; art. 6:162 BW
Essentie
Tijdelijke regeling diervoeders i.v.m. BSE; onverenigbaar met dwingend communautair recht? Schending plicht tot ambtshalve aanvulling rechtsgronden?
Het door het middel gevoerde betoog dat het door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op 8 december 2000 genomen Besluit houdende ‘Tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren’ wat de ingangsdatum betreft van de daarin opgenomen verbodsbepaling van art. 2 in strijd is met dwingend communautair recht, berust op stellingen die in de feitelijke instanties niet zijn betrokken. Voor zover het middel op dat betoog is gebaseerd, kan het dus niet tot cassatie leiden. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.